%0 Journal Article %T Boekenrubriek %D 2013 %J Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, %V 29 %N 4 %@ 2468-9424 %R https://doi.org/10.5117/2013.029.004.459 %I Amsterdam University Press, %X In 1874 diende Samuel van Houten het zogenoemde ‘Kinderwetje’ in, dat beoogde een einde te maken aan kinderarbeid in Nederland. Anno 2013 werken pubers echter op grote schaal: in Nederland zou 44% van de 14-jarigen tijdens de schoolweek betaald werk verrichten. Algemeen gaat men ervan uit dat door te werken pubers leren wat de waarde van geld is en wat sociale verantwoordelijkheid inhoudt, en dat ze een beroepsperspectief kunnen ontwikkelen. De auteurs gaan in deze publicatie na of deze aannames correct zijn. Zij doen dat in tien hoofdstukken. Na een introducerend hoofdstuk schetsen ze in het tweede hoofdstuk de twee onderzoeken die ten grondslag liggen aan dit boek. Het kwantitatieve onderzoek – een vragenlijst die is afgenomen bij 2.514 kinderen – geeft duidelijkheid over de omvang van kinderarbeid in Nederland, over de spreiding ervan over regio’s en sociale groepen, over de drijfveren en afwegingen van kinderen met betrekking tot het verrichten van betaalde arbeid, en over de inbedding van het werk in culturele opvattingen over werk, geld, consumptie en onderwijs. Het kwalitatieve vervolgonderzoek – individuele en groepsinterviews met in totaal 252 kinderen – schenkt aandacht aan aspecten die mogelijk wijzen op schadelijke gevolgen wat betreft onderwijs, maar ook wat betreft onvrijheid, kwetsbaarheid en uitbuiting in werksituaties. %U https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/2013.029.004.459