-
oa Redactioneel
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Volume 41, Issue 1, Mar 2013,
- Previous Article
- Table of Contents
- Next Article
Abstract
Dit nummer van het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap bevat vijf artikelen. Twee artikelen zijn geschreven door auteurs uit Vlaanderen en drie artikelen zijn van de hand van Nederlandse auteurs. De gebruikte onderzoeksmethoden variëren van surveys, inhoudsanalyse en meta-analyse tot critical discours analysis.Het eerste artikel is geschreven door Denis Wegge, Heidi Vandebosch en Steven Eggermont en de gepresenteerde studie relateert offline sociale relaties op school aan cyberpesten bij jongeren. Zowel de invloed van de sociale positie op slachtofferschap, als de verhouding tussen slachtoffers en daders worden bestudeerd. Hiervoor is een survey uitgevoerd onder 12-tot 13-jarigen van een volledig eerste jaar van een secundaire school. Uit de sociale netwerkanalyse blijkt dat zowel positieve als negatieve onderlinge relaties in een schoolcontext een impact hebben op online pesten.Noortje Slot, Esther Rozendaal, Eva van Reijmersdal en Moniek Buijzen hebben onderzocht of kinderen (9-12 jaar) het doel van reclame in online sociale netwerken (Habbo) begrijpen en in welke mate zij gevoelig zijn voor de mening van leeftijdsgenoten met betrekking tot merknamen die in deze netwerken ingebed worden. Zij presenteren dit onderzoek in het tweede artikel in dit nummer en zij beschrijven hoe deze variabelen het verlangen naar de geadverteerde merken in online sociale netwerken beïnvloeden.In het derde artikel stellen Lien De Cang en Katia Segers de vraag centraal hoe de Belgische radio-omroep N.I.R. in het pretelevisionele tijdperk (1930-1953) op bestuurs- en directieniveau reflecteerde en invulling gaf aan zijn centrale missie tot publieke dienstverlening. Hiervoor hebben zij een kwalitatieve inhoudsanalyse van beleidsdocumenten en geschriften van directieleden uitgevoerd. Met het onderzoek tonen zij een paternalistische visie omtrent PSB (public service broadcasting) alsmede verdeelde opvattingen over het publiek en over hoe het publiek bediend moet worden.Inge Verdonschot en Johannes von Engelhardt analyseren de representatie van de watersnoodramp in Pakistan (2010) op de Nederlandse televisie. Zij baseren zich op het theoretische en methodische kader van Chouliaraki (2006) voor hun ‘critical discourse analysis’ naar de representatie van deze watersnoodramp. De analyse laat zien hoe het nos Journaal binnen het spanningsveld tussen communitarianisme en kosmopolitisme betekenis geeft aan de ramp, waarbij de hiërarchische oppositie van het Westen tegenover de Pakistaanse Ander duidelijk intact blijft.Tot slot presenteren Piet Bakker en Peter Vasterman in het vijfde artikel de resultaten van hun meta-analyse van de communicatiewetenschappelijke studies die in de periode 2006-2011 zijn verschenen over Geert Wilders. Zij beschrijven welke methoden en theorieën dominant zijn binnen dit onderzoek, en welke media en welke aspecten van de relatie tussen Wilders en de media aan bod komen. Daarnaast wordt gekeken of er conclusies te trekken zijn over ‘Wilders en de media’ na bestudering van deze grote hoeveelheid onderzoek.