Volume 32, Issue 4

Abstract

Dit artikel houdt de argumenten voor en tegen een Onvoorwaardelijk Basis Inkomen (OBI) van € 970 voor iedereen boven de 18 jaar tegen het licht en raamt de tentatieve kosten. Na aftrek van besparingen op diverse uitkeringen die het OBI vervangt, blijkt dat er (netto) circa € 107 miljard extra geld nodig is voor een OBI, hetgeen neerkomt op circa 43% van de Rijksbegroting. Tevens komt een aantal serieuze ethische kwesties omtrent het OBI aan de orde. Alles afwegende komt dit artikel tot de conclusie dat ter bestrijding van structurele werkloosheid en armoede meer gerichte maatregelen de voorkeur verdienen boven een generieke maatregel als een OBI. Een interessante optie is in dit verband de eerdere suggestie van Muysken c.s. om uitkeringsgerechtigden recht te geven op een 'basisbaan' tegen het minimumloon, gefinancierd door de collectieve sector. Voor een veel lager bedrag dan de kosten van een OBI kunnen met basisbanen maatschappelijk zinvolle activiteiten worden verricht door mensen die op de reguliere arbeidsmarkt kansloos zijn.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/2016.032.004.005
2016-12-01
2024-03-29
Loading full text...

Full text loading...

http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/2016.032.004.005
Loading
Keyword(s): labor market; social policy; unconditional basic income

Most Cited Most Cited RSS feed