@article{aup:/content/journals/10.5117/2019.035.001.012, author = "Vos, Kees", title = "Waar is Arbeid gebleven?", journal= "Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken", year = "2019", volume = "35", number = "1", pages = "", doi = "https://doi.org/10.5117/2019.035.001.012", url = "https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/2019.035.001.012", publisher = "Amsterdam University Press", issn = "2468-9424", type = "Journal Article", abstract = "Het ligt voor de hand om arbeid (respectievelijk werkgelegenheid) te beschouwen als de core business van de sociaaldemocratie. Toch is dat niet altijd zo geweest en is het nu niet meer zo. Aldus zou men de spanningsboog in het in 2017 verschenen boek van Leen Hoffman kort kunnen karakteriseren. In zijn boek beschrijft Hoffman het arbeids-, c.q. werkgelegenheidsbeleid zoals dat in de afgelopen eeuw door eerst de SDAP en vervolgens de PvdA is gevoerd. Bij de SDAP is er aanvankelijk vooral aandacht voor de socialisatie, 'de vermaatschappelijking van de voortbrenging'. Daarbij wordt al vroeg gekozen voor een socialisatie langs democratische weg. De revolutionaire actie van partijleider Troelstra in 1918 is dan ook niet meer dan een kort intermezzo, dat volgens sommige bronnen aan zijn 'zwakke zenuwgestel' te wijten was. Gedurende de daarop volgende jaren zijn de ideeën inzake de socialisatie uitgewerkt in een aantal belangrijke rapporten, onder andere ten aanzien van de bedrijfsorganisatie en de medezeggenschap. In veel opzichten is daarmee de basis gelegd voor de maatschappelijke instituties (PBO, SER, CPB, OR) zoals die na de Tweede Wereldoorlog verder vorm hebben gekregen. Van bijzondere betekenis is hier het in 1935 uitgebrachte Plan van de Arbeid, door Hoffman aangeduid als 'Het Plan'. Daarin wordt in reactie op de crisis van de dertiger jaren vol ingezet op bevordering van de werkgelegenheid, met als economische beleidsvisie vergroting van de overheidsuitgaven. Dit één jaar voor de verschijning van de General Theory van Keynes, dus nog net keynesianisme avant la lettre. In zijn boek besteedt Hoffman uitgebreid aandacht aan 'Het Plan', vooral ook omdat het nog lang na de Tweede Wereldoorlog bepalend is geweest voor het gedachtegoed van de PvdA. In feite heeft het tot de jaren zestig van de vorige eeuw geduurd voordat welvaart en werkgelegenheid op orde zijn gebracht. Het in 1963 onder aanvoering van Joop den Uyl uitgebrachte rapport Om de kwaliteit van het bestaan markeert vervolgens een accentverschuiving van maakbaarheid naar marktwerking. De genadeslag komt dan ten tijde van de paarse kabinetten. Terwijl veel van de maatschappelijke verworvenheden inmiddels zijn afgeschaft, kiest de PvdA nadrukkelijk voor een verschuiving naar het politieke midden, een keuze voor de 'Derde Weg'. Een keuze die door Wim Kok in zijn Den-Uyl-lezing van 1995 (min of meer) is aangeduid met 'het afschudden van de ideologische veren', maar in later jaren ook wel omschreven als een keuze voor een doodlopende weg. En toen kwamen de recessies van 2001 en 2008 en moest de PvdA onvoorbereid de crisis in. Voor Hoffman aanleiding voor het formuleren van een tienpuntenplan om de Arbeid weer terug te vinden. Aan een remake van 'Het Plan' heeft hij zich overigens niet willen wagen.", }