Volume 36, Issue 3

Abstract

Een trendanalyse op basis van de arbeidsrekeningen van het CBS illustreert drie bekende langjarige ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt sinds 1995 – de opmars van de dienstensectoren, de werkende vrouw, en het deeltijdwerk – en destilleert hieruit zeven vervolgvragen. Het aantal werkzame personen steeg netto met 2,1 miljoen, van wie 1,4 miljoen vrouwen. Vooral de werkgelegenheid in de dienstverlening groeide fors. Opvallend is dat bij de publieke verdienstelijking – zorg, onderwijs, openbaar bestuur – 97% van de netto nieuwe werkgelegenheid ingevuld werd door vrouwen. Mannen hadden een voorkeur voor private verdienstelijking – verhuur, overige zakelijke diensten, en informatie en communicatie. De arbeidsmarktsituatie van mannen en vrouwen verschilde wezenlijk, ook doordat mannen 260.000 werkplekken verloren – 97% van het netto werkgelegenheidsverlies. De krimp van de industrie, landbouw, bosbouw, visserij, bouw en delfstoffenwinning kwam bijna volledig voor 'rekening' van de man, en het aantal werkzame mannen in het openbaar bestuur daalde met 53.000. Tot slot was er een deeltijdwerkasymmetrie: mannen gingen gemiddeld een uur per week minder werken (van 32,9 naar 31,9 uur), vrouwen niet zozeer meer (van 22,4 naar 22,7 uur). Het bestaan van 'mannensectoren' en 'vrouwensectoren' lijkt een oorzaak.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/2020.036.003.006
2020-09-01
2024-03-28
Loading full text...

Full text loading...

http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/2020.036.003.006
Loading
Keyword(s): deeltijdwerk; refwoorden: arbeidsmarkttrends; verdienstelijking; verticale segregatie

Most Cited Most Cited RSS feed