Volume 23, Issue 2

Abstract

Abstract

Constantijn Huygens’ country house poem (written 1650-1651, first edition 1653) is usually regarded as a poem providing religious and moral instruction. The author has been called a moralist who ‘hands out one lesson after another’. This article challenges that view. Not only do the so-called ‘lessons’ seem quite trivial for the readers addressed by Huygens (‘friends’ and even ‘wise friends’), but also, in close reading and attention to the socio-cultural context, the poem turns out much less to ‘teach’ than to challenge and incite contradiction. It asks for an active reader.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/NEDLET2018.2.003.STRI
2018-09-01
2024-03-29
Loading full text...

Full text loading...

/deliver/fulltext/13845829/23/2/03_NEDLET2018.2_STRI.html?itemId=/content/journals/10.5117/NEDLET2018.2.003.STRI&mimeType=html&fmt=ahah

References

  1. Bachrach, A.G.H., ‘Sir Constantine Huygens and Ben Jonson’, in: Neophilologus35, 1951, 120-129.
    [Google Scholar]
  2. Clarke, Arthur Melville, ‘Milton and the Renaissance Revolt against Rhyme’, in: Studies in Literary Modes, Oliver and Boyd, London, 1946 (105-144).
    [Google Scholar]
  3. Dorsten, J.A. van, Op het kritieke moment. Zes essays over Nederlandse poëzie van de 17de eeuw, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1981.
    [Google Scholar]
  4. Huygens, Constantijn, Koren-bloemen. Nederlandsche gedichten. Ed. W.Bilderdijk. 6 delen, L. Herdingh & Zn., Leiden, 1824-1825.
    [Google Scholar]
  5. idem, De Gedichten. Ed. J.A.Worp. 9 delen, J.B. Wolters, Groningen, 1892-1899.
    [Google Scholar]
  6. idem, Hofwijck (Vitaulium). Ed. H.J.Eymael. Tweede druk, Thieme & Co., Zutphen, 1920.
    [Google Scholar]
  7. idem, Hofwijck. Ed. P.J.H.Vermeeren. Facs. van de uitgave van 1653. Servire, Wassenaar, 1967.
    [Google Scholar]
  8. idem, Hofwyck. Ed. F.L.Zwaan. Chev, Jeruzalem, 1977.
    [Google Scholar]
  9. idem, Mijn jeugd. Vert. C.L.Heesakkers. Querido, Amsterdam, 1987.
    [Google Scholar]
  10. idem, Hofwijck. Ed. Ton vanStrien. Met een studie over de literair- en ideeënhistorische context van het gedicht door Willemien B. de Vries. 3 delen, KNAW Press, Amsterdam, 2008 (Monumenta literaria neerlandica XV, 1-3).
    [Google Scholar]
  11. Koppenol, Johan, ‘Roem zonder rijm. Maurits verheerlijkt in het Onrijmich Vreuchdenliedt van Jan van Hout’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde111, 1995, 24-43.
    [Google Scholar]
  12. idem, De schepping anno 1654. Oudere letterkunde en verbeelding. Inaugurele oratie VU. VU Boekhandel/Uitgeverij, Amsterdam, 2001.
    [Google Scholar]
  13. Lausberg, Heinrich, Handbuch der literarischen Rhetorik. Eine Grundlegung der Literatur­wissenschaft. 2e druk. 2 delen, Max Hueber Verlag. München, 1973.
    [Google Scholar]
  14. Meter, J.H., The literary theories of Daniel Heinsius. A study of the development and background of his views on literary theory and criticism during the period from 1600-1612, Van Gorcum, Assen, 1984.
    [Google Scholar]
  15. Michels, L.C., ‘Het gene my genaeckt en niet en kan geraken’, in: Filologische opstellen II: stoffen uit de 16e en 17e eeuw. Tjeenk Willink, Zwolle, 1958 (304-313).
    [Google Scholar]
  16. Pieters, Jürgen, Hetzij bij voorziening hetzij bij geheugenis. Hofwijck in de postume herinnering van Constantijn Huygens, Historische Uitgeverij, Groningen, 2007.
    [Google Scholar]
  17. idem, Op zoek naar Huygens. Italiaanse leesnotities, Poëziecentrum / KANTL, Gent, 2014.
    [Google Scholar]
  18. Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De anti-idealistische poëtica van een christen-burger, Joannes Six van Chandelier’, in: De nieuwe taalgids76, 1983, 291-316.
    [Google Scholar]
  19. idem, ‘Vondel’s works for the stage read and studied over the centuries’, in: JanBloemendal & Frans-WillemKorsten (ed.), Joost van den Vondel (1587-1679). Dutch playwright in the golden Age, Brill, Leiden/Boston, 2012 (H. 2, 7-22).
    [Google Scholar]
  20. Spies, Marijke, ‘Charlotte de Huybert en het gelijk. De geleerde en de werkende vrouw in de zeventiende eeuw’, in: Literatuur3, 1986, 339-350.
    [Google Scholar]
  21. Stipriaan, René van, Leugens en vermaak. Boccaccio’s novellen in de kluchtcultuur van de Nederlandse renaissance, Amsterdam University Press, Amsterdam, 1996.
    [Google Scholar]
  22. Strengholt, L., ‘Bilderdijk over Huygens’, in: De Nieuwe Taalgids76, 1983, 51-59.
    [Google Scholar]
  23. idem, ‘Commentaar van Cats (?) op een gedicht van Huygens’, in: H.Duits e.a. (red.), Een lezer aan het woord. Studies van L. Strengholt over zeventiende-eeuwse letterkunde. Stichting Neerlandistiek VU/Nodus Publikationen, Amsterdam/Münster, 1998 (159-192).
    [Google Scholar]
  24. Strien, Ton van, ‘Hofwijck – het gedicht’, in: Tonvan Strien & Keesvan der Leer (eds.), Hofwijck. Het gedicht en de buitenplaats van Constantijn Huygens, Walburg Pers, Zutphen, 2002 (11-18).
    [Google Scholar]
  25. idem, ‘“De gewone verontschuldigingen.” Literatuur in de brieven van Hooft en Huygens’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde124, 2008, 211-218.
    [Google Scholar]
  26. idem, ‘“Zoo gladt van styl, als ryk van zwier.” H.K. Poot in de ogen (en oren) van zijn tijdgenoten’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde127, 2011, 252-262.
    [Google Scholar]
  27. idem, ‘“Het minst verrotte merg”? Huygens en de letteren’, in: JanBos e.a. (red.), Een oud Boeck is oud Goud. Studies over bijzondere werken bij het afscheid van Ad Leerintveld als conservator moderne handschriften van de Koninklijke Bibliotheek, Koninklijke Bibliotheek/De Buitenkant, Den Haag/Amsterdam, 2017, 253-259.
    [Google Scholar]
  28. Vries, Willemien B. de, ‘Hofwijck, lusthof en speelweide. Huygens’ spel met het georgische genre’, in: De Nieuwe Taalgids71, 1978, 307-317.
    [Google Scholar]
  29. idem, Wandeling en verhandeling. De ontwikkeling van het Nederlandse hofdicht in de zeventiende eeuw (1613-1710). Diss. VU, Verloren, Hilversum, 1998.
    [Google Scholar]
http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/NEDLET2018.2.003.STRI
Loading
Keyword(s): classical heritage; country house poem; moral instruction; rhyme; utile dulci

Most Cited Most Cited RSS feed