Volume 69, Issue 2

Abstract

Rudolf Bultmanns Theologie des Neuen Testaments verscheen in 1948–53 en werd meteen een klassieker in de Nieuwtestamentische wetenschap. Hèt probleem van het vak ‘Theologie van het Nieuwe Testament’ is, hoe het gezichtspunt van historische diversiteit gecombineerd kan worden met dat van theologische eenheid. Bultmann koos de immer aantrekkelijke oplossing, de vroeg-christelijke geschiedenis in perioden te verdelen die elk hun eigen coherentie hebben: Jezus, de vroeg-Palestijnse kerk, de vroeg-Hellenistische kerk, Paulus, en de Johanneïsche geschriften. Onderdeel van deze indeling is dat het onderricht van Jezus slechts een ‘vooronderstelling’ is van de Nieuwtestamentische theologie en dat echte ‘theologie’ pas begint bij Paulus en Johannes, die zijn geworteld in de vroeg-Hellenistische kerk. Bultmann erfde deze visie van de religionsgeschichtliche Schule, met name van Wilhelm Bousset wiens werk hij hoogschatte. Mogelijk vanwege deze voorkeur was Bultmann niet in staat echt een plaats te geven aan de ontdekking van de Dode Zeerollen na 1948 en hun implicaties voor de Nieuwtestamentische wetenschap. Een andere vraag is of eenheid en coherentie werkelijk onmisbare eigenschappen van ‘theologie’ moeten zijn.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/NTT2015.69.137.TOMS
2015-01-01
2024-03-28
Loading full text...

Full text loading...

http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/NTT2015.69.137.TOMS
Loading

Most Cited Most Cited RSS feed