Abstract
Abstract
The origin of the Dutch word Bargoens
No definitive light has yet been shed on the origin of the Dutch word Bargoens. Etymological dictionaries present two explanations as the most probable provenance: one suggests that Bargoens is derived from Bourgondisch, the other that it is a borrowing from Fr. baragouin ‘incomprehensible language’, which is itself from the Breton bara gwin ‘bread, wine’, the Breton language being incomprehensible to the French. The present article rejects both these explanations and proposes a new one, based mainly on the many written variants of Bargoens and its synonym Brigade. Additional support for this claim is found in the origin of Gargoens and Arragoens, the meaning and form of which are related to Bargoens. Via its variant Bragoens the word Bargoens can be connected to the verbal stem brag.
© 2019 Amsterdam University Press
Article metrics loading...
/content/journals/10.5117/TET2019.1.VANH
2019-12-01
2024-03-28
Full text loading...
/deliver/fulltext/00398691/71/1/03_TET2019.1.VANH.html?itemId=/content/journals/10.5117/TET2019.1.VANH&mimeType=html&fmt=ahah
References
-
Bonnard, Henri(2002). Article ‘argot’ (extrait du Grand Larousse de la langue française, 1971) Annexe in: Jean-Pol Colin e.a.Dictionnaire de l’argot français et de ses origines, Larousse, Paris, 2002, p. 865-874.
[Google Scholar]
-
Cornelissen, Jozef & J.B.Vervliet (1899). Idioticon van het Antwerps dialect, Alfons Siffer, Gent, 1899.
[Google Scholar]
-
Courtmans, Jan Baptist(1837). Zonderlinge tael te Zele, Belgisch Museum, jg. 1837, p. 447-450. J.F.Willems, Aenmerkingen op het voorgaende stuk, Belgisch Museum, jg. 1837, p. 451-453.
[Google Scholar]
-
De bo, L.L.(1873). Westvlaamsch Idioticon, Brugge, 1873. Tweede druk, bewerkt door J.Samyn, Alfons Siffer, Gent, 1892.
[Google Scholar]
-
Debrabandere, Frans(1993). Verklarend Woordenboek van de Familienamen in België en Noord-Frankrijk, Gemeentekrediet, Brussel, 1993.
[Google Scholar]
-
Der Fielen, Rabauwen oft der Schalcken Vocabulaer, Ghedruct Thantwerpen bij Jan de Laet in die Knape. Anno M.D.LXIII. [Ongewijzigde heruitgave bij Vincent Casteleyn, Haarlem, 1613].
[Google Scholar]
-
De Seyn-Verhougstraete, Hendrik(1890). Het Bargoensch van Roeselare, Een bijvoegsel van Is. Teirlinck’s Woordenboek van Bargoensch. De Seyn-Verhougstraete, Roeselare, 1890.
[Google Scholar]
-
Dewulf, Marcellijn(1980). Bargoens te Sint-Niklaas, Alfons De Cockfonds, Koninklijke Bond der Oost-Vlaamse Volkskundigen, Gent, 1980. (Ook in Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, dl. 83 (Jaarboek,1980) p. 5-127).
[Google Scholar]
-
Dictionnaire Burgoensch patois de Zele (s.d.). Handschriftelijke woordenlijst. (Als bijlage opgenomen in Van Hauwermeiren, Paul (2009) Treuvelde gij Brigade? Bargoens van Zele in literaire teksten, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Gent, 2009, p. 161-168.
[Google Scholar]
-
Eensaeme gevoegt opstel van de Zoogenaemde Bourgondische Dieventael als meede van de Joodse dieven- en Landloopers Tael. In: J.G.M.Moormann, De Geheimtalen, W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1932-1934, 2 delen.
[Google Scholar]
-
Hermant, Paul(1934). Woordenlijst van Brusselsch Bargoensch (Burgonsch). In: De Brabantsche Folklore, jg. 13, nr. 75-76, januari-maart 1934, p. 186-218. (Bevat een bijvoegsel bij de Woordenlijst van Brusselsch Bargoensch uit 1933-1934 en is een inverte (Nederlands-Bargoens) versie van die lijst).
[Google Scholar]
-
Kluge, Friedrich(1901). Rotwelsh. Quellen und Wortschatz der Gaunersprache und der verwandten Geheimsprachen. I. Rotwelsches Quellenbuch, Trübner, Strassburg, 1901.
[Google Scholar]
-
Littré, Émile (1873/1877). Dictionnaire de la langue française, Supplément, Hachette, Paris, 1873/1877.
[Google Scholar]
-
Moormann, JGM.(1932). De Geheimtalen. Een studie over de geheimtalen in Nederland, Vlaamsch-België, Breyell en Mettingen. W.J.Thieme & Cie, Zutphen, 1932.
[Google Scholar]
-
Moormann, JGM.(1934). De Geheimtalen. Bronnenboek. W.J.Thieme & Cie, Zutphen, 1934.
[Google Scholar]
-
Moormann, JGM.
(2002).
De Geheimtalen. Het Bargoense standaardwerk, met een nieuw, nagelaten deel. Bezorgd door Nicoline Van der Sijs, met een inleiding van Enno Endt. L.J.Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2002 (zie ook
www.dbnl.org.).
[Google Scholar]
-
Philippa, Marlies e.a. (2003-2009). Etymologisch woordenboek van het Nederlands, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2003-2009.
[Google Scholar]
-
Staes, Honoré(1883). Schets eener Geschiedenis van de Gemeente Zele, Heem- & oudheidkundige kring Zele, 1969 (ongewijzigde herdruk uit 1883).
[Google Scholar]
-
Teirlinck, Isidoor(1886). Woordenboek van Bargoensch (dieventaal), De Seyn-Verhougstraete, Roeselare, 1886.
[Google Scholar]
-
Van Balberghe, Jozef(1950). Mechels Bargoens, of: Dieventaal, (gepolycopieerd, 31 p.) Van Balberghe, Mechelen 1950.
[Google Scholar]
-
Vercoullie, Jozef(1925). Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal. ’s-Gravenhage-Gent, 1925 (derde uitgave).
[Google Scholar]
-
Verwoert, M. (s.d.) [een verzameling der Bargoensch- of dieventaal, ten dienste der justitie en politie, …] hs. In de Bibliotheek der Mij v. Letterkunde te Leiden, nr. 1522 I-II. (Kritisch uitgegeven door J.G.M. Moormann in Tijdschrift voor Nederlandsche Taal en Letterkunde, deel XLV, afl. 2 en 3).
[Google Scholar]
-
Willems, Jan Frans(1838). Het Bourgondsch in de Kempen, Belgisch Museum, nr. 2, 1838, p. 428-430.
[Google Scholar]
-
Wisselau. In M.Gysseling (red.) Corpus van Middelnederlandse teksten, Reeks II: literaire handschriften. Deel I, fragmenten, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1980, p. 529-546.
[Google Scholar]
-
Wolf, Siegmund A.(1985). Deutsche Gaunersprache. Wörterbuch des Rotwelschen. Helmut Buske Verlag, Hamburg, 1985.
[Google Scholar]
http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/TET2019.1.VANH