-
oa Meten zonder hart: de grenzen van het cognitivisme
- Amsterdam University Press
- Source: Pedagogiek, Volume 45, Issue 2, sep. 2025, p. 231 - 238
-
- 01 sep. 2025
- Vorig Artikel
- Inhoudsopgave
- Volgend Artikel
Samenvatting
Deze bijdrage wijkt bewust af van een klassieke boekbespreking en kiest ervoor om, net als Wouter Duyck (2023) in zijn boek Mijn kind, slim kind, een pittige toon te hanteren. Er is hiervoor een gegronde reden: Duycks’ boek is een uitgesproken stellingname in het onderwijsdebat, en verdient daarom een kritisch weerwoord in dezelfde geest. In plaats van de inhoud van het boek ‘neutraal’ te bespreken, krijgt deze tekst de vorm van een opiniërende column waarin het steeds meer dominante cognitieve discours in het Vlaamse onderwijs kritisch wordt bevraagd en geproblematiseerd. Het uitgangspunt is dat het boek van Duyck exemplarisch is voor een bredere trend: de opmars van een eenzijdig cognitief-psychologisch paradigma in onderwijsbeleid en -praktijk, waarin meetbaarheid, intelligentietests en centrale toetsen als panacee worden gepresenteerd. Deze bijdrage betoogt dat zo’n benadering risico’s inhoudt voor de breedte, inclusiviteit en ‘menselijkheid’ van onderwijs, en pleit voor meer aandacht voor affectieve, sociale en ethische dimensies. Door de keuze voor een kritische column —eerder dan een loutere bespreking —wordt bewust gepoogd het debat open te breken en een alternatieve stem te laten klinken tegenover het polariserende discours van het boek van Duyck zelf.