-
oa Kneel devoutly and cry hot tears
Learning to use the body in Middle Dutch devotional texts
fn1This article is based on a paper presented at the public lecture day ‘De Stad als Klooster’ (City as a Convent), held at the Museum voor Religieuze Kunst in Uden and organised by the research project ‘Cities of Readers: Religious Literacies in the Long Fifteenth Century’, which is based at the University of Groningen and funded by the Dutch Research Council (nwo). The research that forms the basis of this article was conducted as part of the aforementioned research project.
- Amsterdam University Press
- Source: Queeste, Volume 26, Issue 2, Jan 2019, p. 130 - 26
Abstract
Dit artikel levert een bijdrage aan het onderzoek naar de rol van het lichaam en emotie in de devotionele praktijk van de late middeleeuwen. Centraal staan drie gedrukte Middelnederlandse devotionele teksten, het Boecxken vander biechten geschreven door Godscalc Rosemondt, de Kerstenspiegel geschreven door Dirk Coelde van Münster, en de Fasciculus mirre geschreven door een anonieme Franciscaanse Observant. Deze boekjes vragen de lezer om bepaalde lichamelijke houdingen aan te nemen tijdens hun devotionele oefeningen, houdingen die hen helpen bij het ontwikkelen van de gewenste of gepaste emotionele, spirituele en mentale attitudes. Opvallend is dat deze oefeningen, alhoewel geworteld in de praktijk van religieuzen, expliciet toegankelijk worden gemaakt voor leken. Van essentieel belang hierbij is het performatieve karakter van deze werken. Ze roepen de lezer op tot het (her)creëren van voorstellingen, die een beroep doen op de verbeelding, emoties stimuleren en het lichaam integraal betrekken. Op deze manier wordt een religieuze habitus ontwikkeld, een manier van zijn en handelen die verder ontwikkeld en toegepast wordt bij en door deelname aan andere religieuze activiteiten.