2004
Volume 43, Issue 3
  • ISSN: 0165-4322
  • E-ISSN: 3050-9947

Abstract

Abstract

In dit artikel stel ik de ‘ecologische paradox’ aan de orde. Mijn uitgangspunt is de waarneming dat de meeste mensen weliswaar een grote waarde toekennen aan de huidige biodiversiteit en aan bestaande ecosystemen, maar dat zij er moeite mee hebben daarvoor algemeen aanvaardbare gronden te formuleren. Ik bespreek twee bekende argumentatielijnen om een verantwoorde filosofische basis te geven aan de ecologische ethiek. Eerst evalueer ik het voorstel om te spreken over de ‘intrinsieke waarde’ van bepaalde natuurlijke entiteiten (biologische soorten, ecosystemen) en daarna het voorstel om te spreken over de ‘rechten’ van toekomstige generaties. Uit een kritische evaluatie van beide voorstellen zal blijken dat ze onvoldoende overtuigingskracht hebben om algemeen geaccepteerd te worden. Vervolgens laat ik zien dat het religieuze perspectief onmisbaar is in de ecologische ethiek. Als de hele werkelijkheid ingebed is in Gods aanwezigheid en handelen, kunnen we daaraan normen ontlenen voor de omgang met de aarde en met onze medemensen, inclusief de komende generaties.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/RAD2017.3.005.SCHE
2017-08-01
2025-12-15
Loading full text...

Full text loading...

/content/journals/10.5117/RAD2017.3.005.SCHE
Loading
This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error