Radix - Volume 48, Issue 2, 2022

Deze bijdrage beoogt enig licht te werpen op de invloed die algoritmes hebben in het herscheppen of transformeren van de wereld en op de vraag in hoeverre algoritmisering wenselijk is. Algoritmisering kan in een bredere historische context van het verlangen naar mechanisering worden geplaatst, waarbij het algoritme verwordt tot een cultureel icoon van de nieuwste Industriële Revolutie. In het algoritmisch bestuur fungeert zij vooral als een wonderlijke fetisj – een opwindend object dat de problemen van deze wereld gaat oplossen.

Kunstmatige intelligentie (AI) is een sterk opkomende techniek met legio nuttige toepassingsmogelijkheden. Tegelijkertijd maakt AI commerciële en politieke beïnvloeding van grote groepen mensen mogelijk. Daarnaast dreigen de beperkingen van AI over het hoofd te worden gezien. Informatie is nog geen kennis en zonder context is er nog geen werkelijk inzicht. Met behulp van inzichten uit de filosofie van Herman Dooyeweerd wordt uiteengezet dat het gebruik van AI zonder nader inzicht in de betekenis van onderliggende data leidt tot een reductie van de werkelijkheid.

Het theologisch denken over digitalisering, kunstmatige intelligentie (verder AI genoemd) en algoritmes is de laatste jaren sterk toegenomen. Wetenschappelijk onderzoek naar de raakvlakken tussen theologie en technologie, ethiek en algoritmes, bewustzijn en AI heeft een nieuwe impuls gegegeven aan theologische noties over de mens als beelddrager van God, en de waarde van het menselijk lichaam. In dit artikel wordt een overzicht gegeven wat de uitdagingen zijn op het gebied van algoritmes voor de christelijke theologie.