Klerken en clergie ten tijde van Jan van Boendale | Amsterdam University Press Journals Online
2004
Volume 30, Issue 2
  • ISSN: 0929-8592
  • E-ISSN: 2667-1689

Abstract

Abstract

Jan van Boendale, the most important author writing on matters of lay morality and everyday ethics in Middle Dutch, lived in Antwerp from (before) 1312 until (maybe his death in) 1351. The article first concentrates on Boendale’s profession as a , which, as it appears, has been a determining factor for his self-conception and identity together with the Latin , from which he embraced the idea that the noble art of professional writing was also very usefull for the writer himself as it held promises of social promotion and prestige.

To correlate this to the historical reality, we try to draw up an image of what it meant to be a clerk in the Low Countries by the end of the thirteenth century, the time of Boendale’s youth. We conclude that vernacular clerks not only were by then very numerous, but also had remarkably diversified functions and careers, reaching from the simple production of documents, to very influential positions as secretaries of cities, lords and noblemen. The requirements to access the profession were quite modest. Training in the writing of specific documents would generally have taken place on the spot, under the guidance of an experienced master in the trade. So, Boendale, not only by his writting on the subject, but also by his own properous career as a scrivener and as a literary authority on ‘how to behave’, illustrates the emancipation and self-confidence of the ‘new’ clerck.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/QUE2023.2.001.REYN
2023-12-01
2024-04-27
Loading full text...

Full text loading...

/deliver/fulltext/09298592/30/2/QUE2023.2.001.REYN.html?itemId=/content/journals/10.5117/QUE2023.2.001.REYN&mimeType=html&fmt=ahah

References

  1. Appelmans, Janick, ‘Van Thomas’ bijen tot “Jans teesteye”: de Brabantse historiografen en hun didactische bekommernis (dertiende en veertiende eeuw)’, in: RaoulBauer e.a. (red.), In de voetsporen van Jacob van Maerlant. Liber amicorum Raf De Keyzer. Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2002, 258-283.
    [Google Scholar]
  2. Avonds, P., Brabant tijdens de regering van hertog Jan III (1312-1356). De grote politieke krisissen. Brussel: Paleis der Academiën, 1984.
    [Google Scholar]
  3. Bartoszewicz, Agnieszka, Urban Literacy in Late Medieval Poland. Turnhout: Brepols, 2017.
    [Google Scholar]
  4. Berteloot, Amand, Klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands. I. Tekst. Gent: Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1984.
    [Google Scholar]
  5. Bevan, Kitrina, Clerks and Scriveners: Legal Literacy and Access to Justice in Late Medieval England. PhD dissertation Exeter, (2013). Digitaal raadpleegbaar via: <https://ore.exeter.ac.uk/repository/bitstream/handle/10871/10732/BevanK.pdf?isAllowed=y&sequence=2> (geraadpleegd op 01-09-2023).
    [Google Scholar]
  6. Blommaert, Philip (ed.), Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Deel 3. Gent: Hebbelynck, 1851.
    [Google Scholar]
  7. Boffa, Sergio, Warfare in medieval Brabant 1356-1406. Woodbridge: Boydell Press, 2004.
    [Google Scholar]
  8. Bormans, J.H. (ed.), De Brabantsche yeesten, of Rijmkronijk van Braband, zevende boek. Brussel: Koninklijke Academie, 1869.
    [Google Scholar]
  9. Burgers, J.W.J., De paleografie van de documentaire bronnen in Holland en Zeeland in de dertiende eeuw. Leuven: Peeters, 1995.
    [Google Scholar]
  10. Burgers, J.W.J., De Rijmkroniek van Holland en zijn auteurs. Historiografie in Holland door de Anonymus (1280-1282) en de grafelijke klerk Melis Stoke (begin veertiende eeuw). Hilversum: Verloren, 1999.
    [Google Scholar]
  11. Callewier, Hendrik, De Papen van Brugge. De seculiere clerus in een middeleeuwse wereldstad, 1411-1477. Leuven: Universitaire Pers, 2014.
    [Google Scholar]
  12. Campbell, Lorne, ‘The tomb of Joanna, Dutchess of Brabant’, in: Renaissance Studies2 (1988), 163-172.
    [Google Scholar]
  13. Camps, H.P.H., Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Dl. 1. De meierij van ’s-Hertogenbosch. ’s-Gravenhage: Nijhoff, 1979.
    [Google Scholar]
  14. Clanchy, Michael T., Looking back from the Invention of Printing. Mothers and the Teaching of Reading in the Middle Ages. Turnhout: Brepols, 2018.
    [Google Scholar]
  15. Croenen, Godfried, ‘Latijn en de volkstalen in de dertiende-eeuwse Brabantse oorkonden’, in: De verschriftelijking van het Nederlands. Speciaal nummer van: Taal en Tongval12 (1999), 9-34.
    [Google Scholar]
  16. Cuenca, Esther, ‘Town clerks and the authorship of custumals in medieval England’, in: Urban History46 (2019), 180-201.
    [Google Scholar]
  17. Dambruyne, J., ‘De 17de-eeuwse schepenregisters en de rente- en immobiliëntransacties te Gent: enkele beschouwingen’, in: Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent42 (1988), 153-182.
    [Google Scholar]
  18. Davidts, J.E., ‘De burggraven van Tervuren’, in: Eigen Schoon en De Brabander41 (1958), 439-446.
    [Google Scholar]
  19. Davidts, J.E., Tervuren in de Brabantse geschiedenis vanaf 1200 tot 1450. Tervuren: Gemeentebestuur, 1975.
    [Google Scholar]
  20. De Geer van Jutphaas, B. (ed.), Kronijk van Holland van een ongenoemden geestelijke (gemeenlijk geheeten Kronijk van den clerc uten laghen landen bi der see). Utrecht : Kemink en zoon, 1867.
    [Google Scholar]
  21. De Hemptinne, Thérèse, & WalterPrevenier, ‘Les actes urbains, témoins d’une conscience identitaire’, in: Histoire urbaine35 (2012), 13-30.
    [Google Scholar]
  22. De Meyer, G.M., ‘Latijn en volkstaal, schrijftaal en spreektaal in niet literaire teksten’, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden92 (1977), 1-15.
    [Google Scholar]
  23. De Pauw, Napoleon, ‘Het leven en de werken van Diederic van Assenede en Willem uten Hove’, in: Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde1901, 22-53.
    [Google Scholar]
  24. Derolez, Albert, Medieval munuscripts. Ghent University Library. Gent: Snoeck Ducaju & Zoon, 2017.
    [Google Scholar]
  25. Derolez, Albert e.a., Corpus catalogorum Belgii. The medieval booklists of the Low Countries, dl. 3, Brussel: Paleis der Academiën, 1999.
    [Google Scholar]
  26. De Smet, Joseph, ‘Maître Nicolas de Biervliet, l’aîné, clerc des échevins de la ville de Bruges (Première moitié du XIIIe siècle-1293)’, overdruk uit: H.Van Werveke (red.), Études d’histoire dédiées à la mémoire de Henri Pirenne. Bruxelles: Nouvelle Société d’Édition, 1937, 143-159.
    [Google Scholar]
  27. De Vries, M. (ed.), Jan van Boendale. Der leken spiegel. Leerdicht van den jare 1330, 3 Bd. Leiden: Du Mortier en zoon, 1844-1848.
    [Google Scholar]
  28. Dewitte, A., ‘Scholen en onderwijs te Brugge gedurende de middeleeuwen’, in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis109, 3-4 (1972), 145-217.
    [Google Scholar]
  29. Dijkhof, E.C., Het oorkondewezen van enige kloosters en steden in Holland en Zeeland 1200-1325. Leuven: Peeters, 2003.
    [Google Scholar]
  30. Dillo, M., & G.A.M.Van Synghel, Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 131. Deel 2. De heerlijkheden Breda en Bergen op Zoom. Den Haag: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, 2000.
    [Google Scholar]
  31. Erfgoedkamer Bertem. <https://erfgoedkamer.wordpress.com/2020/03/13/het-wapenschild-van-leefdaal> (geraadpleegd op 03-09-2023).
    [Google Scholar]
  32. Faba, Guido, Summa dictaminis: A.Gaudenzi, ed., ‘Guidonis Fabe Summa dictaminis’, Il Propugnatore, N.S. 3/1 (1890), 287-338 en 3/2 (1890), 345-393.
    [Google Scholar]
  33. <http://www.alim.dfll.univr.it/alim/letteratura.nsf/(volumiID)/615568AE505C9ADBC1256C3D006B81CF%21opendocument%26vs%3DAutore> (geraadpleegd op 04-09-2023)
  34. Faba, Guido, Summa de viciis et virtutibus: Pini, Virgilio, (ed.), ‘La Summa de Vitiis de Guido Faba’, in: Quadrivium1 (1956), 41-152. Digitaal raadpleegbaar via: <http://www.intratext.com/IXT/LAT0832/> (geraadpleegd op 04-09-2023)
    [Google Scholar]
  35. Gasparri, Françoise, ‘L’enseignement de l’écriture à la f in du Moyen Âge: à propos du Tractatus in omnem modum scribendi, MS. 76 de l’abbaye de Kremsmünster’, in: Scrittura e civiltà3 (1979), 243-265.
    [Google Scholar]
  36. Gessler, Jan, Het Brugsche Livre des Mestiers en zijn navolgingen. Brugge: Het consortium der Brugsche meesters boekdrukkers, 1931.
    [Google Scholar]
  37. Gezelle, G. (ed.), Hennen van Merchtenen’s Cornicke van Brabant (1414). Gent: Siffer, 1896.
    [Google Scholar]
  38. Godefroy, Frédéric, Dictionnaire de l’ancienne langue française et de tous ses dialectes du IXe au XVe siècle, dl. 7, Remembrant-Traioir. Paris: Émile Bouillon, 1892.
    [Google Scholar]
  39. Gordeau, Era, ‘Boendale en de koning van Engeland’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde136 (2020), 210-223
    [Google Scholar]
  40. Haerynck, H., Jan Boendale, ook geheeten Jan de Clerc; zijn leven, zijne werken en zijn tijd. Gent: Eliaert, Siffer & Cie, 1888.
    [Google Scholar]
  41. Hage, A.L.H., Sonder favele, sonder lieghen. Onderzoek naar vorm en functie van de Middelnederlandse rijmkroniek als historiografisch genre. Groningen: Wolters-Noordhoff, Forsten, 1989.
    [Google Scholar]
  42. Hamans, P.W.F.M., Geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland. I. Van missionering tot herstel van de hiërarchie in 1853. Brugge: Tabor, 1992.
    [Google Scholar]
  43. Hartmann, Florian, Ars dictaminis: Briefsteller und verbale Kommunikation in den italienischen Stadtkommunen des 11. bis 13. Jahrhunderts. Ostfildern: Thorbecke, 2013.
    [Google Scholar]
  44. Hartmann, Florian, & BenoîtGrévin (red.), Ars dictaminis. Handbuch der mittelalterlichen Briefstillehre. Stuttgart: Anton Hiersemann, 2019.
    [Google Scholar]
  45. Inventaris Onroerend Erfgoed Vlaanderen. <https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/13612> (geraadpleegd op 01-09-2023).
    [Google Scholar]
  46. Janssens, J.D., ‘Wereldse literatuur in het dertiende-eeuwse Vlaanderen’, in RitaBeyers (red.), Van vader- naar moedertaal. Latijn, Frans en Nederlands in de dertiende-eeuwse Nederlanden. Speciaal nummer van: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis53 (2000) 119-135.
    [Google Scholar]
  47. Jonckbloet, W.J.A. (ed.), Die Dietsche doctrinale. Leerdicht van den jare 1345 toegekend aan Jan Deckers, Clerck der stad Antwerpen. Rotterdam: W. Messchert, 1842.
    [Google Scholar]
  48. Jonckbloet, W.J.A., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, dl. 2. Groningen: J.B. Wolters, 1889.
    [Google Scholar]
  49. Kalff, G., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, dl. 1. Groningen: J.B. Wolters, 1906.
    [Google Scholar]
  50. Keller, Heinrich Adelbert (ed.), Li Romansdes Sept Sages. Tübingen: Ludwig Friedrich Fues, 1836.
    [Google Scholar]
  51. Kibre, Pearl, ‘Hippocrates latinus. Repertorium of Hippocratic writings in the Latin Middle Ages (III)’, in: Traditio33 (1977), 253-295.
    [Google Scholar]
  52. Kinable, Dirk, Facetten van Boendale. Literair-historische verkenningen van Jans teesteye en Lekenspiegel. Leiden: Dimensie, 1998.
    [Google Scholar]
  53. Knuvelder, G.P.M., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, dl. 1. ’s-Hertogenbosch: Malmberg, 1970.
    [Google Scholar]
  54. Korte kroniek van Brabant (korte versie 1), ed. door J.H.Bormans, in: J.H.Bormans (ed.), De Brabantsche yeesten, of Rijmkronijk van Braband, zevende boek. Brussel: Koninklijke Academie, 1869, cxliii-clv.
    [Google Scholar]
  55. Kruisheer, J.G., De oorkonden van de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, 2 dln. ’s-Gravenhage/Haarlem: Historische Vereniging voor Zuid-Holland, 1971.
    [Google Scholar]
  56. Leenders, K.A.H.W., ‘De exploitatie van Moergronden bij Zevenbergen’, in: Jaarboek De Oranjeboom33 (1980), 235-242.
    [Google Scholar]
  57. Leendertz, P., Jr., (ed.), Floris ende Blancefloer, van Diederic van Assenede. Leiden: A.W. Sijthoff, 1912.
    [Google Scholar]
  58. Leroy, M., ‘De oorkondentaal van een dertiende-eeuwse Middelnederlandse scribent uit Brugge’, in: RitaBeyers (red.), Van vadernaar moedertaal. Latijn, Frans en Nederlands in de dertiende-eeuwse Nederlanden. Speciaal nummer van: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis53 (2000a) 137-166.
    [Google Scholar]
  59. Leroy, M., ‘Les débuts de la production d’actes urbains en Flandre au XIIIe siècle’, in: WalterPrevenier & Thérèsede Hemptinne, La diplomatique urbaine en Europe au Moyen Âge. Leuven/Apeldoorn: Garant, 2000b, 267-279.
    [Google Scholar]
  60. Lowagie, Hannes, Met brieven an de wet. Stedelijk briefverkeer in het laatmiddeleeuwse graafschap Vlaanderen. Gent: Academia Press, 2012.
    [Google Scholar]
  61. Mak, J.J., ‘Boendale en de legenda aurea’, in: Mededelingen der koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde, N.R. 20, nr. 13 (1957), 354-384.
    [Google Scholar]
  62. Mak, J.J., ‘Boendale studies’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde75 (1957), 242-290 en 77 (1959-1960), 65-111.
    [Google Scholar]
  63. Mak, J.J., ‘Boendale en de bijbel’, in: Nederlands archief voor kerkgeschiedenis, N.S. 43 (1960), 221-249.
    [Google Scholar]
  64. Maximilianus, P., OFM (ed.), Sinte Franciscus leven van Jacob van Maerlant. Zwolle: Tjeenk Willink, 1954.
    [Google Scholar]
  65. Mirabile: Archivio digitale della cultura medievale. <https://www.mirabileweb.it/author/pontius-provincialis-fl-1252-author/32211> (geraadpleegd op 01-09-2023)
    [Google Scholar]
  66. Murray, James M., Notarial instruments in Flanders between 1280 and 1452. Brussel: Koninklijke Academie van België, 1995.
    [Google Scholar]
  67. Oediger, Friedrich Wilhelm, Über die Bildung der Geistlichen im Späten Mittelalter. Leiden/Köln: E.J. Brill, 1953.
    [Google Scholar]
  68. Peters, Ursula, Literatur in der Stadt. Studien zu den sozialen Voraussetzungen und kulturellen Organisationsformen städtischer Literatur im 13. und 14. Jahrhundert. Tübingen: Max Niemeyer, 1983.
    [Google Scholar]
  69. Pijnenburg, W.J.J., K.H.van Dalen-Oskam, K.A.C.Depuydt & T.H.Schoonheim, Vroegmiddelnederlands woordenboek. Woordenboek van het Nederlands van de dertiende eeuw in hoofdzaak op basis van het Corpus-Gysseling. Leiden: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 2001. <https://ivdnt.org/wp-content/uploads/2020/06/vmnw_inleiding.pdf> (geraardpleegd op 05-09-2023)
    [Google Scholar]
  70. Prevenier, Walter, ‘De laat-middeleeuwse vorstelijke kanselarijen als exponenten van een modern of archaïsch staatsapparaat’, in: Tijdschrift voor geschiedenis87 (1974), 202-210.
    [Google Scholar]
  71. Priem, F.‘Recueil ofte Bijeenvergaederinghe van alle de heeren hier voortydts geweest hebbende Schepenen van den lande van den Vrijen […] ‘t sydert den jaere 1228 voorwaerts, wanneer nogh geen burghemeesters en waeren ende schepenen sonder nomber’, in: Documents extraits du dépot des Archives de la Flandre-Occidentale à Bruges. Deuxième série. Tome VII. Brugge, 1850.
    [Google Scholar]
  72. Prims, Floris, Geschiedenis van Antwerpen. 3: Onder hertog Jan den tweede (1294-1312). Brussel: Standaard Boekhandel, 1931.
    [Google Scholar]
  73. Rem, Margit, De taal van de klerken uit de Hollandse grafelijke kanselarij (1230-1340). Naar een lokaliseringsprocedure voor het veertiende-eeuws Middelnederlands. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek vu, 2003.
    [Google Scholar]
  74. Reynaert, J., ‘Ethiek en ‘filosofie’ voor leken: de “Dietsche doctrinale” ’, in: J.Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam: Prometheus, 1994, 199-214, 418-419.
    [Google Scholar]
  75. Reynaert, J., ‘“Ene suptile clergie, daer groet soetheit in leit”. Filosofie en Middelnederlandse literatuur omstreeks het begin van de veertiende eeuw’, in: Queeste10 (2003), 1-14.
    [Google Scholar]
  76. Reynaert, J., ‘Visies op de schrijfkunst in de Late Middeleeuwen. “Laus scripturae” bij Jan van Boendale, Jean Gerson, Hermann Strepel’, in: Spiegel der Letteren53 (2011), 123-152.
    [Google Scholar]
  77. Rogghé, Paul, ‘De Gentse klerken in de XIVe en XVe eeuw. Trouw en verraad’, in: Appeltjes uit het Meetjesland (Jaarboek van het heemkundig genootschap van het Meetjesland11). Maldegem, 1960, 5-142.
    [Google Scholar]
  78. Romein, Jan & AnnieRomein-Verschoor, Erflaters van onze beschaving. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen. Amsterdam: Querido, 1977.
    [Google Scholar]
  79. Schaap, Barbara., ‘Scribere pulchre potes, si posteriora notes … On writing-masters, sheets and tracts’, in: Scriptorium59 (2005), 51-73.
    [Google Scholar]
  80. Sleiderink, R., De stem van de meester. De hertogen van Brabant en hun rol in het literaire leven (1106-1430). Amsterdam: Prometheus, 2003.
    [Google Scholar]
  81. Snellaert, F.A. (ed.), Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan Boendale, Hein van Aken en anderen. Naar het Oxfordsch handschrift uitgegeven. Brussel: M. Hayez, Drukker der Koninklijke Akademie, 1869.
    [Google Scholar]
  82. Soens, Tim, ‘Het waterschap en de mythe van democratie in het Ancien Régime. Het voorbeeld van de Vlaamse Kustvlakte in de Late Middeleeuwen en het Ancien Régime’, in: TimSoens & ErikThoen (red.), Tussen politiek en ecologie: waterbeheer in het verleden (= Jaarboek voor ecologische geschiedenis 2001). Gent, 2003, 37-56.
    [Google Scholar]
  83. Sonnemans, Gerard, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. Boxmeer: G. Sonnemans, 1995.
    [Google Scholar]
  84. Stecher, J., Histoire de la littérature néerlandaise en Belgique. Brussel: J. Lebègue, 1886.
    [Google Scholar]
  85. Stein, Robert, ‘Wanneer schreef Jan van Boendale zijn “Brabantsche yeesten”?’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde106 (1990), 262-277.
    [Google Scholar]
  86. Stein, Robert, ‘Jan van Boendales Brabantsche Yeesten: antithese of synthese ?’, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden106 (1991), 185-197.
    [Google Scholar]
  87. Stein, Robert, ‘Het beeld van Jan I in de Brabantse historiografie’, in: Queeste10 (2003), 162-181.
    [Google Scholar]
  88. Sternagel, Peter, Die artes mechanicae im Mittelalter. Begriffs- und Bedeutungsgeschichte bis zum Ende des 13. Jahrhunderts. Kallmünz: Lassleben, 1966.
    [Google Scholar]
  89. Strubbe, Egied I., Egidius van Breedene (11..-1270), grafelijk ambtenaar en stichter van de abdij Spermalie. Bijdrage tot de geschiedenis van het grafelijke bestuur en van de Cisterciënser Orde in het dertiendeeuwsche Vlaanderen. Brugge: De Tempel, 1942.
    [Google Scholar]
  90. Taylor, Jerome (ed.), The Didascalicon of Hugh of St. Victor. A medieval guide to the arts, translated from the Latin with an introduction and notes. New York/London: Columbia University Press, 1961. <https://archive.org/stream/didascaliconmedi00hugh/didascaliconmedi00hugh_djvu.txt> (geraadpleegd op 05-09-2023)
    [Google Scholar]
  91. Van Bragt, Ria, De blijde inkomst van de hertogen van Brabant Johanna en Wenceslas. Leuven: E. Nauwelaerts, 1956 (Wetenschappelijke Bijdragen uitgegeven door de Belgische afdeling van de internationale commissie voor de geschiedenis van standen en landen, nr. 13).
    [Google Scholar]
  92. Van Camp, Valeria, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Henegouwen, Holland en Zeeland. Schriftelijke communicatie tijdens een personele unie: Henegouwen, 1280-1345. Hilversum: Verloren, 2011.
    [Google Scholar]
  93. Van de Putte, F. (ed.), Cronica et cartularium monasterii de Dunis. Brugge: Vandecasteele – Werbrouck, 1864.
    [Google Scholar]
  94. Van Gerven, Jan, Literatuur, maatschappij en religie. Mentaliteit en realiteit in het oeuvre van de Antwerpse dichter en geschiedschrijver Jan van Boendale (1290-1365). Doctoraal proefschrift, Universiteit Gent; Gent, 1988/89.
    [Google Scholar]
  95. Van Mierlo, J., De Middelnederlandsche letterkunde van omstreeks 1300 tot de Renaissance (Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden, dl. 2). Antwerpen/Brussel: Standaard Boekhandel – ’s-Hertogenbosch: Teulings’ Uitgevers-Mij., 1940.
    [Google Scholar]
  96. Van Oostrom, F., Wereld in woorden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1300-1400. Amsterdam: Bert Bakker, 2013.
    [Google Scholar]
  97. Van Synghel, Geertrui, ‘Actum in camera scriptorum oppidi de Buscoducis’. De stedelijke secretarie van ’s-Hertogenbosch tot ca. 1450. Hilversum: Verloren, 2007.
    [Google Scholar]
  98. Van Uytfanghe, Marc, ‘De “vadertaal” Latijn in de dertiende eeuw’, in: RitaBeyers (red.), Van vader- naar moedertaal. Latijn, Frans en Nederlands in de dertiendeeeuwse Nederlanden. Speciaal nummer van: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis53 (2000), 23-53.
    [Google Scholar]
  99. Van Uytven, R., ‘Het Antwerpen van Jan van Boendale’, in: Wimvan Anrooij e.a., Al t’Antwerpen in die stad. Jan van Boendale en de literaire cultuur van zijn tijd. Amsterdam: Prometheus, 2002, 17-29, 160-161.
    [Google Scholar]
  100. Verkooren, A., Inventaire des chartes et cartulaires des duchés de Brabant et de Limbourg et des pays Outre Meuse. Première partie. Chartes originales et vidimées, Tome I. Brussel: Het Rijksarchief van België, 1910.
    [Google Scholar]
  101. Verkooren, A, Inventaire des chartes et cartulaires des Duchés de Brabant et de Limbourg et des pays D’Outre-Meuse. Deuxième partie. Cartul. Tome II (1312-1383) / Tafels door L. De Sturler, S. Vervaeck en E. Warlop. Brussel: Het Rijksarchief van België, 1962.
    [Google Scholar]
  102. Vermeer, Mark, Schrijven voor de schepenbank. De ontwikkeling van bestuurlijke pragmatische geletterdheid op het Noordbrabantse platteland (de Meierij van ’s-Hertogenbosch, ca. 1300-1550). Proefschrift Universiteit Utrecht; Utrecht, 2020. Digitaal raadpleegbaar via: <https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=82&miadt=235&miaet=14&micode=1142&minr=24011508&miview=ldt> (geraadpleegd op 01-09-2023).
    [Google Scholar]
  103. Warnar, G., ‘Jan van Ruusbroec en de middeleeuwse literatuurtheorie. Mysticus aan de lessenaar’, in: Literatuur14 (1997), 140-145.
    [Google Scholar]
  104. Warnar, Geert, ‘Dubbelster of tegenpolen? Boendale en Ruusbroec in de Middelnederlandse letterkunde van de veertiende eeuw’, in: Wimvan Anrooij e.a. (red.), Al t’Antwerpen in die stad. Jan van Boendale en de literaire cultuur van zijn tijd. Amsterdam: Prometheus, 2002, 31-44.
    [Google Scholar]
  105. Warnar, Geert, Ruusbroec. Literatuur en Mystiek in de veertiende eeuw. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep, 2003.
    [Google Scholar]
  106. Wauters, Alphonse., Histoire des environs de Bruxelles, dl. 3. Brussel: Ch. Vanderauwera, 1855.
    [Google Scholar]
  107. Weijers, Olga, ‘L’appellation des disciplines dans les classifications des sciences aux XIIe et XIIIe siècles’, in : Archivum Latinitatis Medii Aevi46-47 (1986-1987), 39-64.
    [Google Scholar]
  108. Willems, J.F., (ed.), De Brabantsche yeesten, of Rymkronyk van Braband, door Jan de Klerk, van Antwerpen. Brussel: M. Hayez. Drukker der Koninglyke Academie, 1839.
    [Google Scholar]
http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/QUE2023.2.001.REYN
Loading
This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error