-
oa Een kwestie van vrijheidsgraden!
Een reactie op het artikel van Merlijn van Hulst en Sabine van Zuydam
- Source: KWALON, Volume 18, Issue 1, Mar 2013,
Abstract
Van Hulst en Van Zuydam poneren – al in de eerste regel – een intrigerende stelling: ‘In onderzoek worden algemene onderzoeksthema’s verbonden met concrete gevallen.’ Het is echter maar de vraag of deze bewering in algemene zin houdbaar is. De context waarin de auteurs deze bewering doen – ze geven onder meer een cursus aan promovendi – lijkt academisch. Daarom mag worden verondersteld dat de stelling betrekking heeft op de situatie van de onderzoeker die in alle vrijheid een onderzoeksthema kiest, en zich vervolgens afvraagt welke concrete gevallen daarbij onderzocht zouden moeten worden.Er is echter nog een andere onderzoekswereld, namelijk die van het praktijkgerichte opdrachtonderzoek, wat traditioneel ‘toegepast onderzoek’ wordt genoemd en tegenwoordig prozaïsch wordt aangeduid als ‘derdegeldstroomonderzoek’. Daartoe behoort vrijwel alle onderzoek in mijn werkveld, het ‘businessonderzoek’. Hier is het startpunt een (betalende) opdrachtgever die een praktisch probleem opgelost wil hebben. Met andere woorden: er is een concreet, opgelegd ‘geval’, met een richtinggevend onderzoeksthema, en de eis om aanbevelingen te produceren die op korte termijn effectief zullen zijn. Dit heeft grote consequenties voor de wijze waarop een dergelijk onderzoek wordt opgezet en uitgevoerd. Hieronder zet ik de werkwijze uiteen in contrast tot het ‘vrije’ academische onderzoek om daarmee te laten zien dat de vraag naar de verantwoording van thema- en casusselectie in dit geval heel anders ligt. Daarnaast zal ik betogen dat, ook in het academisch onderzoek, het conceptueel model als uitgangspunt kan worden gekozen om tot een selectie van ‘gevallen’ te komen.