-
oa De plaats van zintuiglijke waarneming
- Amsterdam University Press
- Source: KWALON, Volume 19, Issue 2, Jun 2014,
Abstract
In de sociale wetenschappen is het gebruikelijk kwantificerend onderzoek en kwalitatief onderzoek als vormen van empirisch onderzoek te zien. Dit wil zeggen dat zintuiglijke waarneming een belangrijke plaats inneemt. Maar Harrie Jansen geeft zintuiglijke waarneming wel een heel erg belangrijke plaats. Hij noemt vier vooronderstellingen voor de mogelijkheid van empirische wetenschap. Deze vooronderstellingen zouden ‘we’ gemeenschappelijk in ons onderzoekersleven maken en als vanzelfsprekendheden hanteren. (Ik weet niet wie die ‘we’ allemaal zijn, maar ik ken wetenschappers, onder wie ikzelf, die dit niet zo doen.) Jansen levert vervolgens kritisch commentaar bij die vooronderstellingen en begint dan zijn slotwoord als volgt: ‘Zoals gezegd geldt het bovenstaande zowel voor kwalitatief als voor kwantitatief empirisch onderzoek en voor alle paradigmatische of disciplinaire subcategorieën van beide typen.’ En hier ben ik het niet mee eens. De toelichtingen van Jansen bij de vooronderstellingen zijn nu juist behoorlijk paradigmatisch van aard, helemaal niet neutraal. Zijn opmerkingen en opvattingen zijn veel te veel ingegeven door het centraal stellen van zintuiglijke waarneming, waardoor zijn betoog een eenzijdig empiristisch karakter heeft. Laat ik dit toelichten aan de hand van de vier door Jansen genoemde vooronderstellingen.