- Home
- A-Z Publications
- NTT Journal for Theology and the Study of Religion
- Previous Issues
- Volume 64, Issue 3, 2010
NTT Journal for Theology and the Study of Religion - Volume 64, Issue 3, 2010
Volume 64, Issue 3, 2010
-
-
[Interculturele filmtheologie in India en Afrika en onder de Afrikaans-Amerikanen in de Verenigde Staten, Intercultural Film Theology in India and Africa and Among the African-Americans in the United States]
More LessDit artikel bevat een analyse van de culturele interpretaties die werden gehanteerd tijdens het maken van vier Jezusfilms geproduceerd in India, Afrika en de wereld van de Afrikaans-Amerikanen in de Verenigde Staten. Daarin wordt tevens aandacht geschonken aan de wijze waarop deze films hun uiteenlopende sociale en historische contexten weerspiegelen. Het blijkt dat het concept van de interculturele theologie een goed instrument is om de Jezusfilms in hun verschillende perioden en contexten te analyseren. Om te beginnen richt deze analyse zich op de hoofdlijnen in de ontwikkeling van de Jezusfilms in het Westen. Daarbij wordt tevens aandacht geschonken aan de problemen waarmee de filmmakers werden geconfronteerd, want deze problemen oefenden ook invloed uit op de films die zij produceerden. Daarna volgt een meer gedetailleerde analyse van de Indiase Jezusfilms en de films waarin een zwarte Jezus figureert. Het artikel sluit af met een terugblik waarin zichtbaar wordt wat de niet-westerse Jezusfilms zo bijzonder maakt.
-
-
-
[‘Mijn volk, wat heb ik u gedaan?’ Micha 6:3-4a in de Improperia voor Goede Vrijdag en bij de kerkvaders, ‘My People, what have i done to you?’ Micah 6:3-4a in the Improperia for Good Friday and with the Church Fathers]
More LessIn de tekst van de Septuaginta staat in Micha 6:3-4a: ‘Mijn volk, wat heb ik u gedaan? Of waarmee heb ik u bedroefd, of waarmee heb ik u lastig gevallen? Antwoord mij! Want ik heb u uitgeleid uit het land Egypte.’ In de Byzantijnse, Mazarabische en Romeinse liturgieën van Goede Vrijdag worden deze of vergelijkbare woorden Christus in de mond gelegd als zijn verwijten (of Improperia) aan degenen die hem kruisigden, hoewel hij hen toch bevrijd had van de slavernij in Egypte. Dit artikel zoekt een antwoord op twee vragen: 1. uit welke tijd dateert de oudste tekst waaruit het gebruik van de tekst in de liturgie van Goede Vrijdag blijkt, en 2. hoe zijn deze woorden geïnterpreteerd in het vroege en middeleeuwse christendom? De tekst uit Micha komt voor in de zevende-eeuwse liturgie voor Goede Vrijdag uit Jeruzalem, maar werd in die setting waarschijnlijk ook al eerder gebruikt. Al in de late vierde eeuw citeerden kerkvaders de tekst als een uitspraak van de pre-existente Christus, maar er zijn nog geen liturgische teksten uit die tijd gevonden waarin hij voorkomt. Een excurs belicht een toenmalige joodse interpretatie van Micha 6:3-5.
-
-
-
[Openbaring – Traditie – Schrift: Een katholieke reactie op Cees Houtmans De Schrift wordt geschreven, Revelation — Tradition — Scripture]
More LessDe gereformeerde exegeet Houtman heeft in zijn recente monografie de theologische vraag naar de Schrift in relatie tot Openbaring en Traditie centraal gesteld. Deze vraag speelt in de katholieke theologie eveneens een belangrijke rol. Dit artikel bespreekt de overeenkomsten tussen Houtmans visie en de katholieke theologie alsmede hun wederzijdse uitdagingen. De theologische topics ‘openbaring’ en ‘traditie’ worden daarbij in detail behandeld, terwijl daarenboven het typisch katholieke receptieterrein aangaande Openbaring en Traditie, namelijk de liturgie, eveneens aan de orde komt.
-
-
-
[The Inscription from Khirbet Qeiyafa: Early Evidence for Social Consciousness in Ancient Israel?, De inscriptie uit Khirbet Qeiyafa: Een vroege vorm van sociaal besef in oud Israël?]
Authors: Bob Becking & Paul SandersDe recente ontdekking van een ostracon (beschreven potscherf) uit IJzertijd IIA (± 1000-925 v.C.) in Khirbet Qeiyafa heeft geleid tot het trekken van vergaande conclusies. In dit artikel presenteren de auteurs de tekst en een vertaling en laten ze zien dat bepaalde conclusies niet goed onderbouwd zijn. De auteurs betogen dat de tekst geschreven moet zijn door een schrijversleerling en dat het niet gaat om een document dat de historiciteit van David of de betrouwbaarheid van de Bijbel aantoont, zoals anderen beweerden. Het ostracon laat echter ook zien dat er in deze vroege periode meer geschreven werd dan sommige geleerden geneigd waren te denken. De tekst lijkt moreel besef tot uitdrukking te brengen, waarbij de auteurs benadrukken dat het karakter van dit besef niet uniek bijbels of Israëlitisch was.
-
-
-
Religie En Politiek (Vervolg Op Ntt 64/2)
More LessThis article reviews Opium van het volk. Over religie en politiek in seculier Nederland
-
Volumes & issues
-
Volume 78 (2024)
-
Volume 77 (2023)
-
Volume 76 (2022)
-
Volume 75 (2021)
-
Volume 74 (2020)
-
Volume 73 (2019)
-
Volume 72 (2018)
-
Volume 71 (2017)
-
Volume 70 (2016)
-
Volume 69 (2015)
-
Volume 68 (2014)
-
Volume 67 (2013)
-
Volume 66 (2012)
-
Volume 65 (2011)
-
Volume 64 (2010)
-
Volume 63 (2009)
-
Volume 62 (2008)
-
Volume 61 (2007)
-
Volume 60 (2006)
-
Volume 59 (2005)
-
Volume 58 (2004)
-
Volume 57 (2003)
-
Volume 56 (2002)
-
Volume 55 (2001)
-
Volume 54 (2000)
-
Volume 53 (1999)
-
Volume 52 (1998)
-
Volume 51 (1997)
-
Volume 50 (1996)
-
Volume 49 (1995)
-
Volume 48 (1994)
-
Volume 47 (1993)
-
Volume 46 (1992)
-
Volume 45 (1991)
-
Volume 44 (1990)
-
Volume 43 (1989)
-
Volume 42 (1988)
-
Volume 41 (1987)
-
Volume 40 (1986)
-
Volume 39 (1985)
-
Volume 38 (1984)
-
Volume 37 (1983)
-
Volume 36 (1982)
-
Volume 35 (1981)
-
Volume 34 (1980)
Most Read This Month
