- Home
- A-Z Publications
- Gedrag & Organisatie
- Previous Issues
- Volume 36, Issue 2, 2023
Gedrag & Organisatie - Volume 36, Issue 2, 2023
Volume 36, Issue 2, 2023
- Artikelen
-
-
-
Theoretische en praktische overwegingen bij spelgebaseerde en traditionele metingen van integriteit
Authors: Ard J. Barends, Reinout E. de Vries & Mark van VugtSamenvattingIntegriteit is een belangrijke voorspeller voor werkgedrag, maar wordt nog weinig meegenomen in selectiesituaties. In vier studies onderzoeken we hoe de persoonlijkheidstrek integriteit (honesty-humility) van het HEXACO persoonlijkheidsmodel gemeten kan worden met traditionele en spelgebaseerde methoden (een gegamificeerd instrument en een assessmentspel) voor selectiesituaties. In Studie 1 tonen we aan dat de vertaling van honestyhumility naar integriteit gerechtvaardigd is, aangezien het concepten zoals rechtvaardigheid en eerlijkheid meet die met morele integriteit worden geassocieerd. In Studie 2 tonen we aan dat macht van belang is voor de trekactivatie van integriteit. Dit onderzoek suggereert dan ook dat een integriteitsmeting vooral van belang is voor posities waarin kandidaten veel macht krijgen. In Studies 3 en 4 worden spelgebaseerde integriteitsmetingen gevalideerd. Deze studies ondersteunen de constructvaliditeit van de spelgebaseerde integriteitsmeting doordat deze convergeert met zelfgerapporteerde integriteit. Studie 3 laat wel zien dat een gegamificeerde integriteitsmeting net zo makkelijk te faken is als een persoonlijkheidsvragenlijst. Studie 4 laat zien dat een assessmentspel waarin deze gegamificeerde integriteitsmeting was opgenomen, voorspellende validiteit en incrementele validiteit heeft ten opzichte van zelfgerapporteerde persoonlijkheid voor relevante uitkomsten. De resultaten tonen aan dat het mogelijk is om integriteit betrouwbaar en valide te meten met spelgebaseerde assessments en dat een spelgebaseerde integriteitsmeting voor personeelsselectie belangrijke werkgerelateerde uitkomsten kan voorspellen.
-
-
-
-
Self-efficacy en netwerkgedrag onder werkzoekenden: De rol van werkloosheidsstigma en het zoeken van hulpbronnen en uitdagingen
Authors: Inge L. Hulshof & Pascale M. Le BlancSamenvattingDeze studie onderzoekt de relatie tussen self-efficacy en de intensiteit van netwerkgedrag onder werkzoekenden. Specifiek wordt daarbij gekeken naar de rol van expansion-oriented reemployment crafting (EORC: het zoeken van hulpbronnen en uitdagingen) en van werkloosheidsstigma. Het onderzoeksdesign was cross-sectioneel: 170 werkzoekenden vulden eenmalig een online vragenlijst in. Resultaten laten zien dat self-efficacy positief gerelateerd is aan de intensiteit van netwerkgedrag via EORC. Daarnaast bleek, tegengesteld aan de verwachting, de positieve relatie tussen self-efficacy en EORC sterker te zijn onder werkzoekenden met een hoger (i.p.v. lager) niveau van werkloosheidsstigma. Dit onderzoek zet een eerste belangrijke stap in het onderzoeken van het belang van EORC in de relatie tussen self-efficacy en werkzoekgedrag (d.w.z. intensiteit van netwerkgedrag). Daarnaast is het een van de eerste onderzoeken die de relatie tussen werkloosheidsstigmatisering en werkzoekgedrag van werkzoekenden in kaart brengt.
-
- Reeks ‘Duurzame Inzetbaarheid’
-
-
-
Het meten en bevorderen van competentiegebaseerde employability en loopbaansucces in organisaties, met speciale aandacht voor loopbaan- en levensfasen
More LessSamenvattingIn dit artikel wordt verslag gedaan van promotieonderzoek naar het belang van het ervaren leerklimaat in organisaties voor de employability van individuele medewerkers van alle leeftijden. Eerst werd naar een definiëring en operationalisering gezocht van het multidimensionele begrip employability binnen de organisatiecontext. We kwamen tot de volgende definitie van employability: “het continu vervullen, verwerven, of creëren van werk door het optimaal gebruik van competenties”. In deze operationalisatie wordt professionele expertise aangevuld met vier dimensies van meer generieke aard. Vervolgens werd een domein-onafhankelijk meetinstrument, dat uit een supervisor- en medewerkersversie bestaat, ontwikkeld en gevalideerd. Voorts werd onderzocht of employability voorspeld kan worden aan de hand van het ervaren leerklimaat. Hierbij werden, naast kalenderleeftijd, verschillende conceptualisaties van leeftijd in het model opgenomen (loopbaan- en levensfase). Deze studies wijzen uit dat we inderdaad een betrouwbaar en valide instrument hebben ontwikkeld dat toepasbaar is over verschillende beroepen en sectoren heen. Daarnaast is het ervaren leerklimaat van belang voor de employability van werknemers. Het ervaren leerklimaat neemt af met de kalenderleeftijd, maar dit verband verdwijnt als loopbaan- en levensfasen worden meegenomen in de analyse. Organisaties kunnen het instrumentarium dat is ontwikkeld gebruiken ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers.
-
-
- Artikelen
-
Volumes & issues
-
Volume 37 (2024)
-
Volume 36 (2023)
-
Volume 35 (2022)
-
Volume 34 (2021)
-
Volume 33 (2020)
-
Volume 32 (2019)
-
Volume 31 (2018)
-
Volume 30 (2017)
-
Volume 29 (2016)
-
Volume 28 (2015)
-
Volume 27 (2014)
-
Volume 26 (2013)
-
Volume 25 (2012)
-
Volume 24 (2011)
-
Volume 23 (2010)
-
Volume 22 (2009)
-
Volume 21 (2008)
-
Volume 20 (2007)
-
Volume 19 (2006)
-
Volume 18 (2005)
-
Volume 17 (2004)