Full text loading...
Dit artikel bespreekt de Nederlandse aanpak voor het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten in de agrarische sector. Eerst wordt aandacht besteed aan preventie van arbeidsongevallen vanuit de publiekrechtelijke arbeidsomstandighedenwetgeving. In deze wetgeving staat de eigen verantwoordelijkheid van werkgevers voor veilige werkomstandigheden centraal. De arbeidsomstandighedenwetgeving biedt werkgevers de mogelijkheid door middel van semi-zelfregulering aan de wettelijke vereisten te voldoen. Een tekenend voorbeeld hiervan is de mogelijkheid om binnen de agrarische sector samen met sociale partners sectorspecifieke “arbocatalogi” op te stellen. Op die manier stellen werkgevers zelf praktische veiligheidsmaatregelen voor hun sector vast binnen de wettelijke kaders. Ook bij het toezicht op de naleving van de arbeidsomstandighedenwetgeving ligt de nadruk op zelfregulering: onder bepaalde voorwaarden mogen werkgevers arbeidsongevallen zelf onderzoeken. Daarnaast heeft het civiele recht een preventief effect op het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten. Werkgevers hebben een civielrechtelijke zorgplicht om een veilige werkomgeving voor werknemers te bewerkstelligen. Als een werkgever zijn zorgplicht schendt, dan bestaat het risico op een schadeclaim van een werknemer die slachtoffer is van een arbeidsongeval of beroepsziekte. Daarbovenop komt de civielrechtelijke loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte. Deze loondoorbetalingsverplichting vormt een financiële stimulans om onveilige werkomstandigheden te voorkomen en ziekteverzuim als gevolg van het arbeidsongeval. Kortom, de Nederlandse aanpak combineert wettelijke doelstellingen, sectorspecifieke (semi-)zelfregulering en civielrechtelijke financiële prikkels in het kader van preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten.