Full text loading...
Op 20 december 2019 wees de Hoge Raad het arrest dat bekend staat als het Inscharingarrest. De Hoge Raad wees enkele jaren daarna, op 31 januari 2025, een arrest in een procedure over huurrecht woonruimte. De beide arresten hebben gemeen dat deze worden voorafgegaan door een conclusie van A-G Valk, die op basis van de bekende maatstaf van uitleg en kwalificatie tot een mening komt die in beide gevallen door de Hoge Raad wordt gevolgd. In de conclusie voor het Inscharingarrest was hij van mening dat sprake is van een pachtovereenkomst. In de huurzaak concludeerde hij dat van een huurovereenkomst geen sprake is. In dit artikel zal ik nagaan hoe mr. Valk de beide kwesties heeft beoordeeld, hoe de Hoge Raad die beoordeling in zijn arresten heeft vertaald en waarom de uitkomst in die zaken niet gelijk is of althans lijkt te zijn. Daarbij komt aan de orde het Timeshare-arrest en de verhouding tussen dit arrest en de leer van uitleg en kwalificatie.