oa Redactioneel

In dit nummer van het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap vindt u vijf artikelen en twee boekbesprekingen. Qua onderzoeksmethoden vertonen de vijf artikelen een grote diversiteit, variërend van etnografisch onderzoek met interviews en participerende observaties tot een inhoudsanalyse, een experiment en enquêtes.Het eerste artikel, getiteld ‘Dichtbij Marco. Over de ritualisering van nabijheid in het celebritytijdperk’, is geschreven door Stijn Reijnders, Marlies Spijker en Johan Roeland. Beroemdheden organiseren met enige regelmaat publieke optredens die fans in de gelegenheid stellen om hun idool persoonlijk te ontmoeten. De schrijvers van dit artikel proberen een verklaring te vinden voor de populariteit van deze meet-and-greets in onze gemedialiseerde samenleving. Hiertoe hebben zij een etnografisch onderzoek uitgevoerd naar de meet-and-greets van zanger Marco Borsato.Alexander Dhoest, Hilde Van den Bulck, Heidi Vandebosch en Myrte Dierckx hebben een survey uitgevoerd naar de verwachtingen van Vlamingen van de positie en rol van de publieke omroep. In het artikel ‘De publieke-omroepopdracht in de ogen van het publiek: survey-onderzoek naar de toekomstige taak van de Vlaamse publieke omroep’ concluderen zij dat globaal genomen de Vlamingen een brede omroep voor een breed publiek prefereren en dat zij niet kiezen voor een complementaire nicheomroep.Het derde artikel is getiteld ‘De invloed van camerawisselingen op de herkenning en waardering van Postbus 51-spotjes’. In dit artikel beschrijven Paul Hendriks Vettehen en Mariska Kleemans hun studie naar de invloed van audiovisuele vormgeving in de televisiespotjes van Postbus 51 op de aandacht voor deze campagne-uitingen. Hiervoor zijn inhoudsanalytische gegevens van Postbus 51-televisiespotjes gekoppeld aan gegevens uit evaluatieonderzoeken van de betreffende campagnes. Camerawisselingen met wisseling van object lieten een curvilineair effect zien op de herkenning en een positief effect op de waardering van de spotjes.Marte Meijs, Bas van den Putte en Filippo Zimbile hebben een survey uitgevoerd om na te gaan welke rol interpersoonlijke communicatie speelt in de context van een voorlichtingscampagne die is gericht op het stimuleren van condoomgebruik bij beginnende relaties van jongeren (18-25 jaar) totdat beide partners een soa-test hebben gedaan. In het artikel ‘Het effect van interpersoonlijke communicatie op condoomgebruik bij jongeren met losse of beginnende seksuele relaties’ bespreken zij de resultaten van hun studie die bestond uit twee golven, een voormeting voordat de voorlichtingscampagne in de publiciteit kwam en een meting drie maanden later, na afloop van de campagne. Interpersoonlijke communicatie over veilig seksueel gedrag blijkt zowel de intentie tot als het feitelijke gebruik van condooms te beïnvloeden.In het vijfde en laatste artikel doen Gaby Schellekens, Peeter Verlegh en Ale Smidts verslag van een experiment. In ‘Taalabstractie in communicatie over producten. Wanneer beschrijven we een ervaring met een product concreet en wanneer abstract?’ tonen zij aan dat er in mond-tot-mondreclame over producten een systematische vertekening optreedt in het taalgebruik. Mensen gebruiken bij het beschrijven van productervaringen meer abstracte taal wanneer de ervaring overeenkomt met de verwachting die men vooraf heeft dan wanneer ervaringen en verwachtingen niet congruent zijn.