-
oa Sectorale zelfregulering als instrument tegen uitbuiting
De uitzendsector in Nederland en het Verenigd Koninkrijk vergelekenVerantwoording: de casestudies waarop dit artikel zich baseert zijn uitgevoerd in het kader van het Re.Cri.Re-onderzoek, gefinancierd door het Horizon 2020-programma van de Europese Commissie (referentienummer: 649436).
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, Volume 36, Issue 1, Mar 2020,
Abstract
De toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU in 2004 en 2007 heeft geleid tot een omvangrijke stroom van arbeidsmigranten vanuit Midden- en Oost-Europa naar West-Europa. Deze migratiestroom heeft in de ontvangende landen zorgen gewekt over uitbuiting, neerwaartse druk op arbeidsvoorwaarden en verdringing van gevestigde werkenden. Veel Oost-Europeanen werken in Nederland en het Verenigd Koninkrijk (VK) via uitzendbureaus. In dit artikel onderzoeken we op welke wijze de werkgeversorganisaties en de vakbonden in de uitzendsector in beide landen via zelfregulering proberen om misstanden ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van arbeidsmigranten te voorkomen. We verklaren de verschillen vanuit de systemen van arbeidsverhoudingen in het VK en in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van analyse van relevante (beleids)documenten en interviews met stakeholders, waaronder vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, vakbonden en de overheid. In Nederland is er een hogere mate van sectorale zelfregulering. In het VK is de rol van de vakbonden aanzienlijk kleiner. Daarnaast wordt in Nederland uitbuiting en verdringing als een arbeidsmarktprobleem gezien, en in het VK als een criminaliteitsprobleem. Deze combinatie van factoren zorgt ervoor dat problemen in Nederland in potentie beter aangepakt kunnen worden dan in het VK. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat dit momenteel ook het geval is, aangezien de pakkans in beide landen als laag wordt bestempeld.