- Home
- A-Z Publications
- KWALON
- Previous Issues
- Volume 14, Issue 3, 2009
KWALON - Volume 14, Issue 3, 2009
Volume 14, Issue 3, 2009
-
-
Diversiteit en verdeling
More LessBij discussies over wat kwalitatief onderzoek nu wel of niet precies is, wordt vaak verondersteld dat wel duidelijk is wat kwantitatief onderzoek precies is. Maar dat is onwaarschijnlijk als kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek als elkaars complement worden gezien. De verwarring aan de ene kant spiegelt zich ook aan de andere kant.
-
-
-
Generaliseerbaarheid in kwalitatief onderzoek
By Adri SmalingIn dit artikel definieer ik generaliseerbaarheid als de graad waarin onderzoeksresultaten en conclusies van een onderzoek ook opgaan voor personen, situaties, organisaties, gevallen en verschijnselen die in dat onderzoek niet onderzocht zijn. Het gaat met andere woorden om geldigheid buiten het onderzoek, om externe validiteit. Generaliseerbaarheid is geen algemene eis voor de kwaliteit van een onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan evaluatieonderzoek naar de effectiviteit van een uitgevoerd hulpverleningsprogramma. Of denk aan een enkelvoudige gevalsstudie die alleen maar dient om een theorie te toetsen. Maar vaak wordt het toch van belang gevonden te weten hoe het met de generaliseerbaarheid van de onderzoeksbevindingen is gesteld. Bovendien kan men naast dit kennisbelang, dat alleen op 'waarheidsvinding' gericht is, ook belang hechten aan de praktische bruikbaarheid of benuttingswaarde van een onderzoek in andere contexten.
-
-
-
Wat heet generaliseren?
More LessAdri Smalings overzicht van typen generaliseerbaarheid is voor zover ik dat kan beoordelen, als samenvatting van de literatuur wel variatiedekkend, en het is ter oriëntatie dan ook heel bruikbaar. Maar analytisch vind ik het niet erg bevredigend.
-
-
-
Repliek
By Adri SmalingIk wil hier graag de definitie van generaliseerbaarheid verduidelijken. In mijn artikel definieer ik generaliseerbaarheid als 'de graad waarin onderzoeksresultaten en -conclusies van een onderzoek ook opgaan voor personen, situaties, organisaties, gevallen en verschijnselen die in dit onderzoek niet onderzocht zijn.' Jansen leest dit zó, dat je met deze definitie in de hand niet meer zou kunnen zeggen dat je onderzoeksresultaten of -conclusies generaliseert van een steekproef naar de bijbehorende populatie. Voor Jansen is dit zo omdat hij een bepaalde opvatting van 'onderzocht' aanhoudt. In deze opvatting worden alle elementen in de populatie (zo niet de doelpopulatie dan toch de operationele populatie) onderzocht, ook al zijn ze niet in de steekproef opgenomen. Niet-onderzochte elementen vallen dan buiten de populatie. Je zou dus alleen nog maar kunnen generaliseren naar iets buiten de populatie. Echter, hoewel ik deze redenering kan volgen, deel ik die niet. Zijn woordgebruik van 'onderzoeken' in dit verband is niet dat van mij. Ik heb in deze context de voorkeur voor een ander woordgebruik. Ik kies ervoor te zeggen dat de elementen in de steekproef onderzocht worden en de elementen in de populatie die niet in de steekproef zitten, niet. Over deze laatste elementen in de populatie doe je wel uitspraken die min of meer aannemelijk worden gemaakt door het onderzoek in de steekproef, maar ze zijn niet zelf onderzocht. Naar buiten toe vind ik dit woordgebruik meer open, omdat je duidelijk maakt dat die uitspraken, die generaliseringen van onderzoeksresultaten bij de steekproef naar de populatie, er ook naast kunnen zitten. De springplank van inductie garandeert niet dat de sprong lukt.
-
-
-
Dupliek
More LessAlles goed en wel, maar de stap van steekproef naar populatie is (methodo)logisch een andere stap dan die van casus naar casus: van de ene populatie naar de andere populatie of van de ene persoon naar een andere persoon. Deze laatste, die buiten het zicht valt van kwantitatieve methodologen als Babbie en Swanborn, verdient een andere benaming. Dat mag wat mij betreft ook wel analogische (versus statistische) generalisatie zijn als men de term generalisatie wil handhaven. De stap van steekproef naar populatie in de kwalitatieve survey moet dan toch nog weer eens anders benoemd worden: kwalitatieve generalisatie zou kunnen.
-
-
-
Het onderzoeken van verhalen over het zelf: een narratieve, rizomatische benadering
Authors: Jasmina Sermijn, Gerrit Loots & Patrick DevliegerDit artikel is grotendeels gebaseerd op: Sermijn (2008); Sermijn, Devlieger & Loots (2008).
-
-
-
Etnografisch onderzoek onder collega's; voortdurende spanning tussen betrokkenheid en distantie
More LessDit artikel gaat over de spanning tussen 'betrokkenheid' en 'distantie' verbonden aan participerende observatie binnen een onderzoeksproject dat wordt uitgevoerd door collega-onderzoekers.
-
-
-
Woonbehoeften van twintig doelgroepen in de Gentse bevolking: een onderzoek
Authors: Jo Van Assche & Herwig Reynaert'Iedereen heeft recht op een comfortabele en betaalbare woning in een gezond leefmilieu', aldus artikel 23 van de Belgische Grondwet. Om dat doel te bereiken dient het Gents stadsbestuur een doortastend woonbeleid uit te werken, dat mede gebaseerd is op inzichten in de woonwensen en -noden van de bevolking. Eind 2007 heeft het Gents stadsbestuur opdracht gegeven aan het samenwerkingsverband van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling en het Centrum voor Lokale Politiek van de Universiteit Gent (CDO-CLP) om bruikbare kennis over de woonnoden te verzamelen van twintig doelgroepen verdeeld over drie zones in de stad.
-
-
-
Kwalitatief interviewen
More LessHet vorig jaar verschenen boek Kwalitatief interviewen: kunst én kunde, onder redactie van Jeanine Evers, neemt de lezer mee in de theorie en praktijk van kwalitatief interviewen. Kwalitatief interviewen omschrijft Evers als een vorm van informatieverzameling waarbij de interviewer uitgaat van een onderzoeksvraagstelling en probeert de leefwereld van respondenten te doorgronden. De respondenten hebben hierin ruimte om hun beleving over het onderzoeksonderwerp weer te geven en hierover uit te wijden. Zoals de titel van het boek aangeeft, is volgens Evers voor kwalitatief interviewen zowel 'kunde' als 'kunst' noodzakelijk. De kunde duidt op de vaardigheden of technieken die de interviewer nodig heeft. Deze komen met name in het eerste deel van het boek aan bod. De kunst betreft het 'kunstig hanteren' van deze vaardigheden. De nadruk ligt dan op improvisatie en het soepel laten verlopen van het interview. Deze kunst kan de lezer vervolgens 'afkijken' bij verschillende ervaren onderzoekers die in het tweede deel van het boek aan het woord komen.
-
-
-
Repliek
More LessIk ben blij met de positieve reactie van Nierse op het boek over interviewen. In mijn reactie zal ik vooral ingaan op de wat mindere aspecten die zij aan het boek ziet. Nierse geeft aan dat de behandelde stromingen en benaderingen in hoofdstuk 1 genoeg stof vormen voor een apart boek; dit kan ik alleen maar beamen. Helaas paste het niet in de doelstelling van dit boek om daar uitgebreider op in te gaan dan we deden. Het onderwerp is echter belangrijk genoeg om daar nadrukkelijk aandacht aan te besteden, reden om het zeker in het boek op te nemen. Het heeft namelijk ook consequenties voor het soort vragen dat je wilt onderzoeken en de wijze waarop je dat doet. En precies ditzelfde punt was de reden om auteurs in het tweede deel veel vrijheid van schrijfstijl te geven. Naar mijn mening drukt dat het beste uit hoe die verschillende visies in de praktijk van het interviewen gestalte krijgen. Auteurs is dan ook gevraagd zichzelf te positioneren aan de hand van de indelingen in hoofdstuk 1; dat valt na te lezen in het deel Over de auteurs.
-
-
-
De verhalen die wij leven. Narratieve psychologie als methode
By Anneke SoolsDe titel van De verhalen die wij leven. Narratieve psychologie als methode verwijst zowel naar een benadering in de narratieve psychologie als naar een concrete interventiemethode (dus niet onderzoeksmethode) voor de hulpverlening aan ouderen. Overeenkomst tussen de narratieve psychologie als wetenschappelijke benadering en de life-review-interventiemethode is dat beide de mens beschouwen als een verhalenverteller. De life-review-methode richt zich op het ontwikkelen van een coherent, constructief, perspectiefrijk verhaal over het eigen leven. De tweeledige betekenis van de titel geeft meteen aan dat het boek zowel een praktisch als theoretisch doel heeft, die ik hierna beide bespreek. Maar eerst zet ik uiteen hoe het boek is opgebouwd, wat het beoogde publiek is en hoe de 'narratieve toonzetting' (om een term te gebruiken die de auteur Ernst Bohlmeijer aan narratief psycholoog McAdams ontleent) gekarakteriseerd kan worden.
-
-
-
Repliek
More LessIk wil om te beginnen Anneke Sools hartelijk bedanken voor haar bespreking van het boek De verhalen die we leven. Het boek heb ik vooral geschreven als onderbouwing van een nieuwe levensverhaalmethode voor mensen die worstelen met zingevingsvragen en mogelijk als gevolg daarvan somber zijn en geen uitdagend perspectief zien voor de toekomst. De onderbouwing is inderdaad drieledig. Het bevat een visie op het belang van identiteit in deze tijd, een psychologisch, theoretische onderbouwing en een meer empirische onderbouwing. Ik ben het met Sools eens dat de eerste twee delen meer een weerslag zijn van persoonlijke inspiratie dan een zeer systematische beschrijving van de verschillende narratieve psychologische theorieën. Daarmee is het ten dele meer een persoonlijk boek dan een puur wetenschappelijk boek geworden. Het grappige was, dat bleek uit de reacties die ik kreeg, dat de eerste twee delen van het boek vooral de professional aanspreken. Zij slaan het empirische deel over, waar de wetenschapper juist weer opveert. Het hoofddoel was een brug te slaan vanuit een narratieve visie op identiteit en zingeving naar de praktijk en ik ben blij dat Sools vindt dat het boek inderdaad een bijdrage levert.
-
-
-
De veelzijdigheid van verhalen
More LessBeroepsbeoefenaren werken elke dag met de verhalen van cliënten, patiënten of bewoners, bijvoorbeeld bij het afnemen van een anamnese vertelt de hulpvrager zijn/haar persoonlijke verhaal. En toch is narratief onderzoek geen populaire onderzoeksmethode, zeker niet onder gezondheidszorgwetenschappers. Maar, als de media-aandacht voor de gezondheidszorg groeit en organisaties tegen de beperkingen van kwantitatieve 'patiëntentevredenheidsonderzoeken' aanlopen, zien we een groei in zogenoemde 'kwaliteitsprojecten' waarin de stem van de cliënt/patiënt/bewoner meer ruimte krijgt in bijvoorbeeld 'spiegelbijeenkomsten'. Als het belang van 'het verhaal van de cliënt' meer aandacht krijgt, zien we ook meer interesse in het werken met narratief onderzoek bij onderzoekers, bijvoorbeeld in het werk van Tineke Abma en Guy Widdershoven (2005, 1998). Het boek van Catherine Kohler Riessman over narratieve methoden komt dan ook 'just-in-time'.
-
-
-
Is de gefundeerde theorie klaar voor de toekomst?
More LessVeertig jaar na het verschijnen van Glaser en Strauss' klassieker The Discovery of Grounded Theory is het zover: het eerste handboek van de gefundeerde theorie is verschenen, onder redactie van Bryant en Charmaz. Deze redacteuren vonden elkaar in hun poging een constructivistische variant van de gefundeerde theorie te ontwikkelen (Charmaz, 2000, 2006; Bryant, 2003), en het is dan ook niet verrassend dat het handboek een overwegend constructivistisch karakter heeft. Toch bevat het handboek ook artikelen geschreven vanuit objectivistisch en hermeneutisch perspectief.
-
-
-
Kwalitatieve methoden en survey-methodologie: een verslag van de ESRA-conferentie 2009
More LessVan 29 juni tot 3 juli vond in Warsaw de jaarlijkse conferentie plaats van de European Survey Research Association (ESRA). Hebben we daar als kwalitatief onderzoekers iets te zoeken? Ja zeker! Het was er om meerdere redenen erg boeiend. De papers waren van de hand van ongeveer vijfhonderd auteurs waarvan er denk ik 350 aanwezig waren. De meesten kwamen uit Europa en Amerika en er waren zo'n 25 Nederlanders schat ik. Er heerste een ongedwongen en leuke sfeer. Over het algemeen werden er veel vragen gesteld, was er veel uitwisseling en stond men open voor elkaars ideeën. Noodzakelijk misschien voor een geslaagde conferentie, maar lang niet vanzelfsprekend.
-
Volumes & issues
-
Volume 29 (2024)
-
Volume 28 (2023)
-
Volume 27 (2022)
-
Volume 26 (2021)
-
Volume 25 (2020)
-
Volume 24 (2019)
-
Volume 23 (2018)
-
Volume 22 (2017)
-
Volume 21 (2016)
-
Volume 20 (2015)
-
Volume 19 (2014)
-
Volume 18 (2013)
-
Volume 17 (2012)
-
Volume 16 (2011)
-
Volume 15 (2010)
-
Volume 14 (2009)
-
Volume 13 (2008)
-
Volume 12 (2007)
-
Volume 11 (2006)
-
Volume 10 (2005)
-
Volume 9 (2004)