Loon, lust, liefdadigheid | Amsterdam University Press Journals Online
2004
Volume 25, Issue 1
  • ISSN: 1384-5829
  • E-ISSN: 2352-118X

Abstract

Abstract

Throughout the centuries, many literary authors were engaged in writing theatre plays. Although there are many studies about the theatre business in general from Medieval Times to the present, the perspective of the playwright’s profits is seldom taken into consideration. This article presents both a survey of author’s options to gain an income in the world of theatre and an analysis of the discourse about this advancement. More specifically, on the basis of a comparison of cases from the seventeenth century on the one hand and the nineteenth and twentieth centuries on the other, this article argues that, despite the fact that for playwrights, as much as for other literary authors, it was a taboo to be open about economic profits, developments in the organization of institutional theatre created temporary openings for (public debate about) financial rewards.

Loading

Article metrics loading...

/content/journals/10.5117/NEDLET2020.1.004.GEER
2020-04-01
2024-04-19
Loading full text...

Full text loading...

/deliver/fulltext/13845829/25/1/04_NEDLET2020.1_GEER.html?itemId=/content/journals/10.5117/NEDLET2020.1.004.GEER&mimeType=html&fmt=ahah

References

  1. Anoniem, Agrippa, Koning van Alba; Anders, De gewaande Tiberinus, Pieters Arentsz., Amsterdam, 1669.
    [Google Scholar]
  2. Anoniem, Waerschouwingen aen de E:E: Heeren Regenten (…), Gedaen door een regtsinnig Liefhebber, in den jaren 1693. en 1694., Pieter de Kraner, Rotterdam, 1699.
    [Google Scholar]
  3. Anoniem, Rapport der Rijkscommissie voor de dramatische kunst’ ingesteld bij K.B. van 19 Maart 1919, no. 53, Mouton, Den Haag, 1919.
    [Google Scholar]
  4. Anoniem, Eindrapport der Rijkscommissie voor de dramatische kunst ingesteld bij K.B. van 19 Maart 1919, no. 53, Mouton, Den Haag, 1920.
    [Google Scholar]
  5. Anoniem, ‘Een avond uit de eerste jaren van den bond met entergesprek van Jan Ubink’, in: Na tien jaar. Bond van Nederlandsche tooneelschrijvers, 1923-1933, N. Giessen, Delft, 1934, 327-344.
    [Google Scholar]
  6. Albach, Ben, Langs kermissen en hoven, De Walburg Pers, Zutphen, 1977.
    [Google Scholar]
  7. Albers, Frank, ‘Shakespeare en het Elisabethaanse theater’, in: Crombez e.a. (2015), 112-119.
    [Google Scholar]
  8. Asselbergs, W.J.M.A., Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, deel 9, Teulings’, ’s-Hertogenbosch / Standaard Boekhandel, Antwerpen / Brussel, 1975.
    [Google Scholar]
  9. Autenboer, E. Van, Volksfeesten en rederijkers te Mechelen (1400-1600), Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, 1962.
    [Google Scholar]
  10. Autenboer, E. Van, ‘Een “landjuweel” te Antwerpen in 1496?’, in: Jaarboek De Fonteine29, 1978-1979, 125-149.
    [Google Scholar]
  11. Beun, Joris, Van de planken tot de boekenkast. Analyse van het gespeelde repertoire van de Nederlandse Comedie (1950-1971), Universiteit van Amsterdam, masterscriptie theaterwetenschap, 2013.
    [Google Scholar]
  12. Blom, Frans R.E. & Olgavan Marion, ‘Lope de Vega and the conquest of Spanish Theater in the Netherlands’, in: Anuario Lope de Vega, 23, 2017, 155-177.
    [Google Scholar]
  13. Borderwijk, Cobi, JulietteRoding & VicVeldheer, Wat geeft die Comedie toch een bemoeijing! De Leidse Schouwburg 1705-2005, Boom, Amsterdam, 2005.
    [Google Scholar]
  14. Brandt, Geeraardt, ‘Het leven van Joost van den Vondel’, in: J.V. Vondels Poëzy of Verscheide Gedichten. Op een nieu by een vergadert, en met veele ook voorheen nooit gedrukte dichten vermeerdert: Mitsgaders een aanleidinge ter Nederduitsche Dichtkunste, en het Leven des Dichters, Leonard Strik, Franeker, 1682.
    [Google Scholar]
  15. Brandt, G.W., German and Dutch theatre, 1600-1848. Theatre in Europe: a documentary history, Cambridge University Press, Cambridge, 1993.
    [Google Scholar]
  16. Brinkman, Herman, ‘Spelen om den brode. Het vroegste beroepstoneel in de Nederlanden’, in: Literatuur17, 2000, 98-106.
    [Google Scholar]
  17. Brouwers, Gertie, Twintig jaar Raamtheater. Een zoektocht naar de geschiedenis van een theater (1978-1998), Universiteit Gent, licentiaatsscriptie geschiedenis, 1999.
    [Google Scholar]
  18. Bruaene, Anne-Laure Van, Om beters wille. Rederijkerskamers en de stedelijke cultuur in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1650), Amsterdam University Press, Amsterdam, 2008.
    [Google Scholar]
  19. Bussels, Stijn, & BramVan Oostveldt, ‘Steden ensceneren macht. Politiek en spektakel in de vroegmoderne tijd’, in: Crombez e.a., 2015, 156-162.
    [Google Scholar]
  20. Coigneau, Dirk, ‘Drama in druk, tot circa 1540’, in: Hans van Dijk, Bart Ramakers e.a., Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen, Prometheus, Amsterdam, 2001, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 23, 201-214, 352-359.
    [Google Scholar]
  21. Coigneau, Dirk, ‘Van de Bliscappen tot Cammaert. Vier eeuwen toneelliteratuur in Brussel’, in: JozefJanssens & RemcoSleiderink (red.), De macht van het schone woord. Literatuur in Brussel van de 14de tot de 18de eeuw, Davidsfonds, Leuven, 2003, 213-232.
    [Google Scholar]
  22. Crombez, Thomas e.a. (red.), Theater. Een westerse geschiedenis, LannooCampus, Leuven, 2015.
    [Google Scholar]
  23. Demedts, Flor, ‘1831. De Gentse Fonteine hervat haar voorstellingen. Van Vlaamse taalijver naar Vlaams theater’, in: Erenstein, 1996, 404-409.
    [Google Scholar]
  24. Dijk, H. van, ’14 mei 1364. De graaf van Blois bezoekt een zoldertheater in Dordrecht. Middelnederlands toneel’, in: M.A.Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis, Martinus Nijhoff, Groningen, 1993, 62-67.
    [Google Scholar]
  25. Dongelmans, Berry & Joséde Kruif, ‘Technische vooruitgang zoekt gretig publiek. Het boekbedrijf in de negentiende eeuw’, in: Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis17, 2010, 220-252.
    [Google Scholar]
  26. Donker, N. (red.), Noord- en Zuid-Nederlandsche Tooneel-Almanak voor 1877, G.Theod. Bom, Amsterdam, 1877.
    [Google Scholar]
  27. Donnet, Fernand, ‘Un manuscrit de la chambre de rhétorique anversoise De Goudtbloemen’, in: De gulden passer2, 1924, 1-15.
    [Google Scholar]
  28. Duverger, J., Brussel als kunstcentrum in de XIVe en XVe eeuw, Vyncke, Gent / De Sikkel, Antwerpen, 1935.
    [Google Scholar]
  29. Eeghen, I.H. van, ‘Gijsbert Tijssens’ toneelstukken en het bedrog in de achttiende-eeuwse boekhandel’, in: J.H.de Vries e.a. (red.), Ondernemende geschiedenis. 22 Opstellen gescheven bij het afscheid van Mr H. van Riel als voorzitter van de Vereniging het Nederlandsch Economisch-Historische Archief, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1977, 109-123.
    [Google Scholar]
  30. Elsevier, Pieter, ‘Ordonnantie voor alle Rijmers en Poëten’, in: PieterElsevier, Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen, Baltes Boekholt, Amsterdam, 1667, 56-73.
    [Google Scholar]
  31. Erenstein, Rob, ‘Patronage en mecenaat in het theater’, in: Tijdschrift voor literatuurwetenschap4, 1998, 273-287.
    [Google Scholar]
  32. Erenstein, R.L. (hoofdred.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen, Amsterdam University Press, Amsterdam, 1996.
    [Google Scholar]
  33. Ett, H.A., ‘Balthazar Huydecoper. Journaal van het gepasseerde tusschen de regenten van den schouwburg; raakende de Fransche comedianten, Ao. 1727 en Memorie van het gepasseerde tusschen de regenten van den schouwburg en den dichter Sybrand Feytema, wegens het recht onzer privilege’, in: Jaarboek Amstelodamum43, 1949, 25-79.
    [Google Scholar]
  34. Eversmann, Peter G.F., ‘Founded for the Ears and Eyes of the People': Picturing the Amsterdam Schouwburg from 1637’, in: JanBloemendal e.a. (red.), Drama, performance and debate: theatre and public opinion in the early modern period, Brill, Leiden/Boston, 2013.
    [Google Scholar]
  35. Geerdink, Nina, Dichters en verdiensten. De sociale verankering van het dichterschap van Jan Vos (1610-1667), Verloren, Hilversum, 2012.
    [Google Scholar]
  36. Geerdink, Nina, ‘Economic Advancement and Reputation Strategies: Seventeenth-Century Dutch Women Writing for Profit’, in: Renaissance Studies, 2019 (early view online).
    [Google Scholar]
  37. Geesink, Marja, ’Over privileges, schouwburgregenten, uitgevers, vignetten, verstopte herdrukken en de STCN’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman37, 2014, 38-55.
    [Google Scholar]
  38. Geyter, Julius De, Werken, deel 7, Proza: De waarheid over de Vlaamsche Beweging; Het tooneel in Vlaamsch België; Verspreide en onuitgegeven stukken, De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1909 (oorspronkelijke uitgave 1881).
    [Google Scholar]
  39. Gillhoff, Gerd Aage, The Royal Dutch Theatre at the Hague 1804–1876, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1938.
    [Google Scholar]
  40. Goedkoop, Hans, Geluk. Het leven van Herman Heijermans, De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 1996, Open Domein 31.
    [Google Scholar]
  41. Grabowsky, E.M. & VerkruijsseP.J., ‘“Gadeloos, en onuytsprekelik van waerden”. Netwerken rondom de Amsterdamse schouwburg’, in: W.Abrahamse, A.C.G.Fleurkens & M.Meijer Drees (red.), Kort Tijt-verdrijf. Opstellen over Nederlands toneel (vanaf ca 1550) aangeboden aan Mieke B. Smits-Veldt, AD&L Uitgevers, Amsterdam, 227-242.
    [Google Scholar]
  42. Grabrowsky, E., ‘“Op de goede beterschap van ons sieke privilegie”. Over Amsterdamse schouwburgregenten, drukkers en censuur’, in: Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis2, 1995, 35-55.
    [Google Scholar]
  43. Gyzen, Jan van, De Ossemarkt, of ’t Vervolg van de Varke markt. Klugtspel door Jan van Gyzen […], Jacobus van Egmont, Amsterdam, 1712.
    [Google Scholar]
  44. Haas, Anna de, Jan van Gysen (1668-1722), broodschrijver in de Jordaan, te verschijnen, 2020.
    [Google Scholar]
  45. Haas, Anna de, Wie de wereld bestiert, weet ik niet. Het rusteloze leven van Cornelis van der Gon, dichter en zeekapitein 1660-1731, Balans, Amsterdam, 2008.
    [Google Scholar]
  46. Haas, Anna de, ‘Schavotten en tenten: tijdelijke theaters van ca. 1600 tot ca. 1800. In: BobLogger e.a. (red.),Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, 2007, 13-37.
    [Google Scholar]
  47. Haven, Kornee van der, Achter de schermen van het stadstoneel. Theaterbedrijf en toneelpolemiek in Amsterdam en Hamburg 1675-1750, Walburg Pers, Zutphen, 2008.
    [Google Scholar]
  48. Herk, Anke van, Fabels van liefde. Het mythologisch-amoureuze toneel van de rederijkers (1475-1621), Amsterdam University Press, Amsterdam, 2012.
    [Google Scholar]
  49. Heteren, Lucia van, ‘6 maart 1955. Besloten opvoering van “Wachten op Godot”. Het absurd theater in Nederland en Vlaanderen’, in: Erenstein, 1996, 694-701.
    [Google Scholar]
  50. Hoenselaars, A.J., ‘23 april 1586. Engelse toneelspelers voeren in Utrecht “De werken van Hercules” op’, in: Erenstein, 1996, 142-147.
    [Google Scholar]
  51. Hummelen, W.M.H., ‘Kamerspelers: professionele tegenspelers van de rederijkers’, in: Oud Holland. Journal for Art of the Low Countries110, 1996, 117-134.
    [Google Scholar]
  52. Jansen, Jeroen, ‘De Amsterdamse schouwburg (zeventiende eeuw-heden)’, in: JeroenJansen & NicoLaan (red.), Van hof tot overheid. Geschiedenis van literaire instituties in Nederland en Vlaanderen, Verloren, Hilversum, 2015, 115-139.
    [Google Scholar]
  53. Jautze, Kim, LeonorÁlvarez Francés & FransR.E. Blom, ‘Spaans theater in de Amsterdamse schouwburg (1638-1672). Kwantitatieve en kwalitatieve analyses van de creatieve industrie van het vertalen’, in De zeventiende eeuw32, 2016, 1, 12-39.
    [Google Scholar]
  54. Keersmaekers, A., ‘1639. De jonge losbol Guilliam Ogier brengt nieuw leven op het Antwerpse toneel. Komedie en rederijkers in zeventiende-eeuws Antwerpen’, in: Erenstein, 1996, 212-217.
    [Google Scholar]
  55. Keyser, Marja, ‘De boekhandel op de planken. Boekhandelaars aan het toneel’, in: A.R.A.Croiset van Uchelen & H.van Goinga (red.), Van pen tot laser: 31 opstellen over boek en schrift aangeboden aan Ernst Braches bij zijn afscheid als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in oktober van het jaar 1995, De Buitenkant, Amsterdam, 1996, 177-183.
    [Google Scholar]
  56. Klein Kranenbarg, Jolijn, Op het lijf geschreven: Isaac Vos als cultureel vertaler. Over de Amsterdamse Schouwburg en de circulatie van Europees renaissancetheater, Universiteit Utrecht, masterscriptie Nederlandse letterkunde, 2017.
    [Google Scholar]
  57. Knebel, Xandra, Peter Oosthoek, theatermaker, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, 2001.
    [Google Scholar]
  58. Krans, Anja, Vertraagd effect. Hedendaags theater in 1 inleiding en 18 interviews, TIN, Amsterdam, 2005.
    [Google Scholar]
  59. Laan, Nico, ‘De uitgeverij als poortwachter?’, in: Nederlandse Letterkunde15, 2010, 146-191.
    [Google Scholar]
  60. Laan, Nico, Medemakers. Sociologie van literatuur en andere kunsten, Verloren, Hilversum, 2018.
    [Google Scholar]
  61. Leemans, Inger, ‘Een verloren zoon. Uitgever, drollige poëet en pornograaf Pieter Elzevier’, in: De Boekenwereld18, 2001-2002, 70-82.
    [Google Scholar]
  62. Leemans, Inger & Gert-JanJohannes, m.m.v. JoostKloek, Worm en Donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek, Bert Bakker, Amsterdam, 2013.
    [Google Scholar]
  63. Lennep, Jacob van, Rapport der kommissie, in dato 20 mei 1851, door den Koning benoemd, ter beraming en opgave der middelen tot herstel van het Nationaal Tooneel, Noordendorp, Amsterdam, 1851.
    [Google Scholar]
  64. Mareel, Samuel, Voor vorst en stad. Rederijkersliteratuur en vorstenfeest in Vlaanderen en Brabant (1432-1561), Amsterdam University Press, Amsterdam, 2010.
    [Google Scholar]
  65. Meeus, Hubert, ‘Titelbladen van toneeldrukken in de Nederlanden vóór 1700,’ in: ChrisCoppens e.a. (red.), E codicibus impressique: opstellen over het boek in de Lage Landen voor Elly Cockx-Indestege, deel 2, Peeters, Leuven, 2004, 301-328.
    [Google Scholar]
  66. Meijer, Ischa, ‘W.F. Hermans: “Ik hoef niet meer zo nodig hard van me af te trappen”’, in: Het Parool, 7 februari 1970, 5.
    [Google Scholar]
  67. Meijer, Daphne, ‘1705. Jacob van Rijndorp sticht een schouwburg in Leiden. De activiteiten van een bevlogen toneelleider in de provincie’, in: Erenstein, 1996, 290-297.
    [Google Scholar]
  68. Moser, Nelleke, De strijd voor rhetorica. Poëtica en positie van rederijkers in Vlaanderen, Brabant, Zeeland en Holland tussen 1450 en 1620, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2001.
    [Google Scholar]
  69. Oosterman, Johan, ‘Spelen, goede moraliteiten en eerbare esbattementen. Anthonis de Roovere en het toneel in Brugge’, in: Hansvan Dijk, BartRamakerset al. (red.), Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen, Prometheus, Amsterdam, 2001, 154-177, 344-348.
    [Google Scholar]
  70. Oosterman, Johan & BartRamakers, m.m.v. Anne-LaureVan Bruaene, DirkCoigneau & NellekeMoser, Kamers, kunst en competitie. Teksten en documenten uit de rederijkerstijd, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2001.
    [Google Scholar]
  71. Paepe, Timothy De, ‘Jacobus Josephus Emmerechts. De laatste Antwerpse rederijker en de zangspelen van De Olijftak’, Jaarboek “De Fonteine” LIX (Tweede reeks: nr. 51), 2009, 53-84.
    [Google Scholar]
  72. Paepe, Timothy De, Une place pour les commedies...’: de relatie tussen inrichting, repertoire en gebruik van de Antwerpse theatergebouwen tussen 1610 en 1762, Universiteit Antwerpen, proefschrift, 2011.
    [Google Scholar]
  73. Paepe, Timothy De, ‘Computervisualisaties van de theaterarchitectuur in de Lage Landen (1600-1800)’, in: Crombez e.a., 2015, 145-155.
    [Google Scholar]
  74. Peeters, Frank, ‘1853. De stad Antwerpen geeft een subsidie van 8.000 Bfr aan het Nationael Tooneel van Antwerpen. De professionalisering van het Vlaams theater’, in: Erenstein, 1996, 438.
    [Google Scholar]
  75. Pikhaus, Patricia, ‘1577. Jan Baptist Houwaert laat twee tafelspelen opvoeren voor Willem van Oranje en de leden van de Staten-Generaal te Brussel. Het genre van het tafelspel: soorten, thematiek, opvoeringswijzen’, in: Erenstein, 1996, 134-141.
    [Google Scholar]
  76. Pluimer, Joan, De verliefde Lubbert, Erven Joost Pluimer, Amsterdam, 1678.
    [Google Scholar]
  77. Porteman, Karel, & MiekeB. Smits-Veldt, Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1560-1700, Bert Bakker, Amsterdam, 2008.
    [Google Scholar]
  78. Pos, Arie, ‘Komrij en Shakespeare’, in: De Boekenwereld33, 2016, 1, 54-55.
    [Google Scholar]
  79. Post, W.H., De toneelkunstenaar August Defresne. Toneelschrijver, regisseur, toneelleider, Moussault, Amsterdam, 1971.
    [Google Scholar]
  80. Ramakers, B.A.M., Spelen en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en Moderne Tijd, Amsterdam University Press, Amsterdam, 1996.
    [Google Scholar]
  81. Rasch, Rudolf, ‘Om den armen dienst te doen. De schouwburg en de godshuizen gedurende het laatste kwart van de 17e eeuw’, in: Holland23, 1991, 243-267.
    [Google Scholar]
  82. Reynaert, J., ‘14 augustus 1412. Gezellen van Diest houden een intocht te Aken en vertonen “Lanseloet”’, in: Erenstein, 1996, 36-41.
    [Google Scholar]
  83. Roobaert, E., ‘De parochie van Sint-Jans-Molenbeek en de Brusselse rederijkers’, in: Eigen Schoon & De Brabander84, 2001, 421-449.
    [Google Scholar]
  84. Rosseau, Jakobus, Samenspraak gehouden in de and’re waereld, tusschen Jan van Gyzen, en eenige and’re versturve poeëten: ook mede al de lijkdigten, die op het afsterven van den voornoemde Jan van Gyzen zijn gemaakt, Jacobus van Egmont, Amsterdam, 1722.
    [Google Scholar]
  85. Rössing, J.H., De Koninklijke Vereeniging het Nederlandsch Tooneel. Bijdrage tot de geschiedenis van het tooneel in Nederland, gedurende meer dan een halve eeuw, De Erven H.van Munster en Zn., Amsterdam, 1916.
    [Google Scholar]
  86. Ruitenbeek, Henny, Kijkcijfers, de Amsterdamse Schouwburg 1814-1841, Verloren, Hilversum, 2002.
    [Google Scholar]
  87. Rutten, Daan, De ernst van het spel. Willem Frederik Hermans en de ethiek van de persoonlijke mythologie, Literatoren/Verloren, Hilversum, 2016.
    [Google Scholar]
  88. Salman, Jeroen, ‘Grub Street in Amsterdam? Jacobus (I) van Egmont, the Devil’s Corner and the Literary Underground in the Eighteenth Century’, in: Quaerendo42, 2012, 134-157.
    [Google Scholar]
  89. Salman, Jeroen, Pedlars and the Popular Press. Itinerant Distribution Networks in England and the Netherlands 1600-1850, Brill, Leiden, 2013.
    [Google Scholar]
  90. Schoor, Jaak van, ‘23 juli 1849. Leopold I bezoekt de Minardschouwburg. Toneel als privé-initiatief leidt tot de eerste Vlaamse schouwburg voor een Vlaams gezelschap’, in: Erestein, 1996, 426-431.
    [Google Scholar]
  91. Sleiderink, Remco, ‘De dichters Jan Smeken en Johannes Pertcheval en de devotie tot Onze Lieve Vrouw van de Zeven Weeën’, in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden19, 2012, 42-69.
    [Google Scholar]
  92. Sleiderink, Remco, ‘The Brussels Plays of the Seven Sorrows’, in: Emily S.Thelen (red.), The Seven Sorrows Confraternity of Brussels. Drama, Ceremony, and Art Patronage (16th-17th Centuries), Brepols, Turnhout, 2015, 50-66.
    [Google Scholar]
  93. Smits-Veldt, M.B., ‘9 maart 1613. P.C. Hooft vraagt in een brief aan de Amsterdamse schepen dr. Jan ten Grotenhuys om hulp van de stadsregering bij de reorganisatie van de rederijkerskamer De Eglentier. Reilen en zeilen der rederijkerskamers te Amsterdam begin zeventiende eeuw’, in: Erenstein, 1996, 156-161.
    [Google Scholar]
  94. Stuiveling, Garmt (ed.), Multatuli, Volledige werken. Deel 17, Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875, G.A.van Oorschot, Amsterdam, 1986.
    [Google Scholar]
  95. Vaartjes, Gé, Rebel & dame. Biografie van Top Naeff, Querido, Amsterdam, 2010.
    [Google Scholar]
  96. Vanhaesebrouck, Karel, ‘Barok en classicisme’, in: Crombez e.a., 2015, 120-144.
    [Google Scholar]
  97. Verschaffel, Tom, De weg naar het binnenland. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800. De Zuidelijke Nederlanden, Bert Bakker, Amsterdam, 2017.
    [Google Scholar]
  98. Verstraele, Leen, ‘Juni 1953. Het Nederlands Kamertoneel te Antwerpen speelt Piet Sterckx’ “De verdwaalde plant”’, in: Erenstein, 1996, 686-693.
    [Google Scholar]
  99. Vries, Marleen de, ‘Uitgegeven... en uitgebuit. Over achttiende-eeuwse bestsellerauteurs, liegende uitgevers, stiekeme privileges en het gedeeld auteurschap’, in: De achttiende eeuw, 2005, 36-52.
    [Google Scholar]
  100. Worp, J.A., Geschiedenis van het drama en tooneel in Nederland, J.B. Wolters, Groningen, 1904-1908 [2 dln.].
    [Google Scholar]
  101. Worp, J.A., Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg 1496-1772, S.L. van Looy, Amsterdam, 1920.
    [Google Scholar]
  102. Wybrands, C.N., Het Amsterdamsche Tooneel van 1617-1772, Beijers, Utrecht, 1873.
    [Google Scholar]
  103. Zalm, Rob van der, m.m.v. PaulPost & Hansvan der Veen, ‘Schouwburgen in de negentiende eeuw’, in: BobLogger e.a. (red.), Theaters in Nederland sinds de zeventiende eeuw, W Books, Amsterdam, 2007, 39-59.
    [Google Scholar]
  104. Zalm, Rob van der, ‘De redder van het Nederlands toneel’ [in memoriam Hugo Claus], in: TheaterMaker12, 2008, 6, 150-152.
    [Google Scholar]
  105. Zijde, B. van der, ‘Gysbert Tyssens (1693-1732). Een broodschrijver in de achttiende eeuw’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman19, 1996, 65-78.
    [Google Scholar]
http://instance.metastore.ingenta.com/content/journals/10.5117/NEDLET2020.1.004.GEER
Loading
  • Article Type: Research Article
Keyword(s): authorship; diachronic perspective; profits; theatre
This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error