- Home
- A-Z Publications
- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
- Previous Issues
- Volume 34, Issue 4, 2018
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken - Volume 34, Issue 4, 2018
Volume 34, Issue 4, 2018
-
-
De veranderende arbeidsmarkt: nieuwe inzichten door een loopbaanperspectiefDit themanummer komt voort uit een workshop over sequentieanalyse van loopbanen. De auteurs danken Cees Elzinga voor zijn inspirerende bijdrage aan deze workshop.
Authors: Wendy Smits & Anet WeteringsDe Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd. Steeds meer werknemers hebben een flexibele arbeidsrelatie, het aantal zzp'ers stijgt nog altijd en tegelijkertijd voert de overheid allerlei wijzigingen door om de negatieve gevolgen van flexibilisering en vergrijzing te beperken. Door deze ontwikkelingen verlopen loopbanen op de arbeidsmarkt steeds turbulenter: het aantal transities tussen werk en geen werk neemt bijvoorbeeld toe en de jongere generaties blijven minder lang bij dezelfde werkgever dan de oudere generaties (Smits & De Vries, 2013).
-
-
-
Van school, en dan wat?
Authors: Alexander Dicks, Mark Levels & Rolf van der VeldenDe transitie van school-naar-werk is een van de belangrijke fases in de levensloop. Tijdens deze periode wordt een aantal belangrijke beslissingen genomen. Om te begrijpen waarom bij sommige jongeren deze transitie niet goed verloopt, gebruiken we in dit artikel sequentieanalyse en logistische regressiemodellen om problematische trajecten na het verlaten van het voortgezet onderwijs te onderzoeken waarbij jongeren langdurig NEET (Not in Employment, Education, or Training) zijn. We vinden dat variabelen bekend uit de stratificatieliteratuur, zoals een hoger ouderlijk opleidingsniveau, de kans verlaagt om langdurig NEET te zijn. Maar we vinden ook dat jongeren met een neurotische persoonlijkheid een hogere kans hebben om langdurig NEET te worden.
-
-
-
Werkzekerheid na werkloosheid: een loopbaanperspectief
Authors: Anet Weterings, Marten Middeldorp & Martijn van den BergeWerkzekerheid is het vinden én behouden van werk, ook na verlies van een baan. Voor veel voormalig werklozen is werk vinden echter geen garantie voor het behoud van werk. Uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) van het CBS zijn alle personen geselecteerd die vanuit een stabiele arbeidsmarktpositie tussen 2007 en 2009 de WW instroomden en binnen één jaar een nieuwe baan vonden. Een sequentieanalyse van de veranderingen in hun arbeidsmarktpositie in de vijf jaar na werkhervatting resulteerde in drie typen loopbaanvervolgen die duidelijk verschillen in werkzekerheid. Twee groepen zijn bijna continu werkzaam: 42% hoofdzakelijk in standaardbanen (vast contract voor meer dan 20 uur per week) en 15% hoofdzakelijk in niet-standaardbanen. De overige 43% heeft een zeer instabiel vervolg van de loopbaan waarbij kortdurende niet-standaardbanen worden afgewisseld met nieuwe perioden van werkloosheid. Multinomiale logistische regressieanalyse laat zien dat laagopgeleiden, voormalig werklozen met een migratie-achtergrond, ouderen en vrouwen een grotere kans hebben op zo'n instabiel loopbaanvervolg. Ook zit een deel van de voormalig werklozen vast in een patroon van niet-standaardbanen afgewisseld met werkloosheid: degenen met zo'n loopbaanontwikkeling waren vaak al eerder werkloos en hadden vooral tijdelijke banen op uitzend- of oproepbasis in hun eerdere loopbaan.
-
-
-
Loopbanen van flexwerkers: nieuwe inzichten over werk- en inkomenszekerheid op basis van multichannel sequentieanalyse
Authors: Lucille Mattijssen, Dimitris Pavlopoulos & Wendy SmitsIn dit artikel gebruiken we multichannel sequentieanalyse om de loopbanen van flexwerkers in Nederland te typeren naar de mate van werk- en inkomenszekerheid. We onderzoeken vervolgens in welke mate deze loopbaantypologie tot andere conclusies leidt over de mate waarin flexibele banen een 'opstap' of een 'val' zijn dan wanneer alleen wordt gekeken naar transities op een bepaald moment in de loopbaan en er bovendien geen rekening wordt gehouden met de inkomensontwikkeling. Op basis van transitiecijfers zou kunnen worden geconcludeerd dat 50% van de werknemers die beginnen in een flexibele baan een opstap-carrière heeft omdat ze een eerste transitie naar een vaste baan maken, terwijl 43% uitstroomt naar werkloosheid en dus een val-carrière heeft. De resultaten op basis van de multichannel sequentie-analyse laten een genuanceerder beeld zien: 27% van de loopbanen wordt gekenmerkt door een hoge werk- en inkomenszekerheid en kan dus als 'opstap' worden gezien, 44% heeft te maken met een lage werk- en inkomenszekerheid en kan worden getypeerd als 'val'. Daarnaast combineert 13% van de loopbanen een hoge werkzekerheid met een lage inkomenszekerheid en 4% een lage werkzekerheid met een hoge inkomenszekerheid. Deze resultaten laten zien dat transitiecijfers onvoldoende inzicht geven in de loopbaan van flexwerkers.
-
-
-
Loopbanen van startende zzp'ers in Nederland
Authors: Lian Kösters & John MichielsIn deze studie van zzp'ers die, na in 2008 te zijn gestart, acht jaar lang zijn gevolgd, zijn met behulp van sequentieanalyse loopbaanpatronen onderscheiden. Bijna 44% van alle zzp'ers die in 2008 zijn gestart, blijft in de acht jaar daarna ook langdurig zelfstandige; slechts een klein deel hiervan groeit door tot zelfstandige met personeel. De meerderheid van de zzp'ers is acht jaar na de start niet langer actief als zelfstandige. De meesten zijn korter dan een jaar zzp'er en worden daarna weer werknemer. Eén op de tien houdt het ongeveer vijf jaar vol voordat ze weer volledig in loondienst gaan. Tot de niet-langdurige loopbaanpatronen behoren daarnaast nog zzp'ers die binnen één tot drie jaar terugvallen in een uitkering, met pensioen gaan of zonder inkomen de arbeidsmarkt weer verlaten.
-
-
-
Arbeidsmarkttransities van immigranten in België
Authors: Dries Lens & Jarmila OslejováVoortbouwend op theorieën over menselijk kapitaal, arbeidsmarktsegmentatie en zoekmethoden van werklozen onderzoekt deze studie de redenen achter de etnische kloof op de Belgische arbeidsmarkt door te focussen op transities van en naar werk en werkloosheid. Uit de resultaten blijkt dat alle immigrantengroepen een groter risico lopen op baanverlies dan autochtone Belgen, en dat dit in belangrijke mate verklaard wordt door verschillen in menselijk kapitaal en de oververtegenwoordiging van immigranten in banen op de secundaire arbeidsmarkt. Met betrekking tot de kansen om een baan te vinden na werkloosheid ondervinden immigranten uit Zuid-EU15, Turkije, Noord-Afrika en EU12 meer obstakels dan autochtone Belgen, wat volledig te wijten is aan verschillen in menselijk kapitaal voor de eerste drie groepen. In tegenstelling tot onze verwachtingen dragen de kenmerken van de vorige baan en de methoden voor het zoeken naar werk niet substantieel bij aan het verklaren van de verschillen in de kans om van werkloosheid naar werk te stromen. We concluderen dat het dubbele nadeel van werkloosheid waarmee sommige immigrantengroepen te maken hebben, deels te wijten is aan de specifieke institutionele context van België. De studie maakt gebruik van een koppeling van de Belgische Enquête naar de Arbeidskrachten en administratieve gegevens (2008-2012).
-
-
-
De arbeidsgeschiedenis van Belgische ouderen in kaart gebrachtDe auteur dankt Tim Goedemé en Koen Decancq voor hun hulp en adviezen bij de totstandkoming van dit artikel.
More LessDit artikel biedt inzicht in de diversiteit in arbeidsmarkttrajecten van Belgische ouderen. Met behulp van retrospectieve SHARELIFE-data (2008-2009) uit de derde golf van de Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe (SHARE) wordt de arbeidsgeschiedenis tussen het 15de en het 65ste levensjaar van 1435 Belgische 65-plussers in kaart gebracht. Sequentieanalyse en clusteranalyse worden toegepast om vergelijkbare trajecten te groeperen. Er worden acht arbeidsmarkttrajecten onderscheiden, waarvan de onderlinge verschillen en overeenkomsten in detail worden besproken. De arbeidsgeschiedenis van de mannen in de steekproef wordt over het algemeen gekenmerkt door continu fulltime werk, conform de traditionele mannelijke loopbaan. Echter, slechts minder dan een derde van hen heeft een arbeidsgeschiedenis die gekenmerkt wordt door fulltime werk tot dicht bij de wettelijke pensioenleeftijd. De overige mannen treden vervroegd uit de arbeidsmarkt. Ook een deel van de vrouwen wijkt af van de voor hen geldende norm binnen het mannelijk kostwinnersmodel. Minder dan de helft van hen heeft nooit gewerkt of trad op zeer jonge leeftijd uit de arbeidsmarkt. Bovendien is er meer heterogeniteit in hun individuele arbeidsmarkttrajecten en zijn er verschillen in arbeidsdeelname naar leeftijdsgroep. Het artikel is explorerend van aard, maar is desalniettemin van belang voor de huidige discussie over langer doorwerken.
-
-
-
Toenemende complexiteit van late beroepsloopbanen?
By Mark VisserHet Nederlandse overheidsbeleid heeft vervroegde uittreding nagenoeg onmogelijk gemaakt en legt zich al jaren toe op het stimuleren van langer doorwerken. In hoeverre zijn beroepsloopbanen van 45 tot 65 jaar hierdoor complexer geworden en in hoeverre zijn veranderingen over de tijd in het verloop van late arbeidsmarktcarrières verschillend voor lager en hoger opgeleiden? Om deze vragen te beantwoorden zijn sequentie- en regressieanalyse toegepast op retrospectieve gegevens die verzameld zijn in vier jaargangen (1998, 2000, 2003 en 2009) van de Familie-enquête Nederlandse Bevolking (FNB). Individuele loopbanen zijn complexer wanneer men een groter aantal arbeidsmarktsituaties meemaakt en ook de duur in die situaties sterker varieert. De resultaten laten zien dat de late beroepscarrières van personen die geboren zijn tussen 1930 en 1944 niet meer, maar minder complex lijken te zijn geworden. Ook blijkt dat deze ontwikkeling in complexiteit niet verschilt tussen opleidingsniveaus. Verder onderzoek naar jongere geboortecohorten is vereist om de vermoedelijke gevolgen van de meest recente beleidsmaatregelen voor de complexiteit van late beroepsloopbanen te achterhalen.
-
Volumes & issues
-
Volume 40 (2024)
-
Volume 39 (2023)
-
Volume 38 (2022)
-
Volume 37 (2021)
-
Volume 36 (2020)
-
Volume 35 (2019)
-
Volume 34 (2018)
-
Volume 33 (2017)
-
Volume 32 (2016)
-
Volume 31 (2015)
-
Volume 30 (2014)
-
Volume 29 (2013)
-
Volume 28 (2012)
-
Volume 27 (2011)
-
Volume 26 (2010)
-
Volume 25 (2009)
-
Volume 24 (2008)
-
Volume 23 (2007)
-
Volume 22 (2006)
-
Volume 21 (2005)