-
oa Redactioneel
- Amsterdam University Press
- Source: Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Volume 38, Issue 1, Mar 2010,
- Previous Article
- Table of Contents
- Next Article
Abstract
Dit nummer van het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap bevat vijf artikelen. Het eerste artikel is getiteld: Professionele journalistieke identiteit in een digitale omgeving: Een essay. De overgang van de gedrukte kranten naar digitaal nieuws verandert de journalistiek. José van Dijck analyseert in dit artikel het spanningsveld waarin kwaliteitsjournalistiek zich ontwikkelt en zij presenteert een heuristiek waarmee nieuwsorganisaties zich kunnen positioneren ten opzichte van oude en nieuwe spelers in het multimediale domein.Ook in het tweede artikel speelt de digitalisering van de maatschappij een rol. Dit artikel, Virale commercials: de consument als marketeer, is echter niet gericht op de journalistiek, maar op online reclame-uitingen. Paul Ketelaar, Pleuni Lucassen en Gemma Kregting presenteren de resultaten van een online survey onder jongeren naar de motieven van deze consumenten om ‘virale commercials’ door te sturen. Daarbij gaan ze ook na in hoeverre inhoudskenmerken van virale commercials en de mediumcontext (e-mail of sociale netwerksite) het doorstuurgedrag verklaren.In het derde artikel, Wat is nationaal aan nationale cinema? Het academisch debat in kaart gebracht, gaat Jasmijn Van Gorp in op de verschuivingen in het wetenschappelijk denken over naties en nationale identiteit in relatie tot de filmindustrie. Het concept ‘nationale cinema’ is al bijna 20 jaar onderwerp van discussie en in dit artikel worden de visies van verschillende auteurs geëxpliciteerd. Uit de bespreking van deze visies valt de evolutie in het denken over nationale cinema af te leiden.Het vierde en vijfde artikel hebben betrekking op gezondheidscommunicatie. Sanne Schinkel, Barbara Schouten en Julia van Weert hebben onderzoek gedaan naar de informatie- en participatiebehoeften van huisartspatiënten. In hun artikel Communicatie met Nederlandse en Turkse patiënten in de huisartsenpraktijk: Een exploratief onderzoek naar verschillen in informatie- en participatiebehoeften, bespreken ze de verschillen tussen Nederlandse en Turkse huisartspatiënten. Voor en na een huisartsconsult hebben Nederlandse en Turkse patiënten vragenlijsten ingevuld. Op grond van deze gegevens concluderen de auteurs dat niet alleen de informatiebehoeften tussen Turkse en Nederlandse patiënten verschillen, maar ook dat Turkse patiënten de informatie van de huisarts minder begrijpelijk vinden en dat ze na het consult meer onvervulde informatiebehoeften hebben dan Nederlandse patiënten.