
Full text loading...
De vraag die in dit artikel centraal staat, is of in gezinnen met weinig inkomen het werken van ouders positief samenhangt met de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Daartoe worden de scores op de Centrale Eindtoets (Cito) van groep 8 van de basisschool vergeleken tussen enerzijds kinderen waarbij bijstand op enig moment binnen de eerste 1000 dagen (conceptie tot tweede verjaardag) de belangrijkste inkomensbron van het huishouden is, en anderzijds kinderen van werkende ouder(s) met een inkomen op bijstandsniveau. In de analyse is eerst met regressieanalyse bepaald welke achtergrondkenmerken voor de vergelijking relevant zijn. Vervolgens zijn op basis van propensity score matching twee groepen (werkende armen versus bijstand) samengesteld, die vergelijkbaar zijn op relevante achtergrondkenmerken. De toetsresultaten laten zien dat kinderen van werkende armen op de Centrale Eindtoets (Cito) in groep 8 ruim 1,5 punten hoger scoren dan kinderen die aan het begin van hun leven opgroeien in gezinnen met bijstand. Er is reden om te vermoeden dat dit een onderschatting is van het werkelijke effect. Voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen is het effect van ouderlijke arbeidsparticipatie op hun leeruitkomsten dus positief.
Article metrics loading...
Full text loading...
References
Data & Media loading...