Full text loading...
Sinds de eeuwwisseling hebben organisaties in Nederland flink geïnvesteerd in informatie- en communicatietechnologie (ICT) en – recent – in verschillende vormen van kunstmatige intelligentie (AI). Deze investeringen in digitale technologieën hebben zich tot dusver slechts in beperkte mate vertaald in een hogere arbeidsproductiviteit. Wel zien we op allerlei terreinen en in allerlei sectoren dat die investeringen bijdragen aan brede welvaart die we niet terugzien in een hoger bruto binnenlands product (bbp). In die zin kunnen de investeringen wel degelijk als rendabel worden beschouwd. Voor de komende decennia die op de arbeidsmarkt in hoge mate gekenmerkt zullen worden door demografisch geïnspireerde schaarste aan personeel is echter belangrijk dat investeringen in digitale technologieën niet alleen bijdragen aan brede welvaart, maar ook aan een reductie van de vraag naar menselijke arbeid. De vragen die we in dit essay beantwoorden, zijn: 1) waarom hebben de investeringen van de achter ons liggende periode wél bijgedragen aan brede welvaart, maar veel minder aan de vervanging van arbeid door technologie, en 2) waar liggen de kansen voor investeringen in digitale technologieën die wel bijdragen een het tegengaan van krapte op de arbeidsmarkt?
Aan de hand van actuele statistische gegevens proberen we na te gaan in welke sectoren van de Nederlandse economie investeringen in digitale technologieën meer dan wel minder hebben bijgedragen aan besparingen op de inzet van mensen. Ook waar dit niet of minder het geval is, zien we wel dat er sprake is van een positieve bijdrage aan de brede welvaart. Op basis van deze gegevens en een analyse van de beschikbare wetenschappelijke literatuur komen we vervolgens tot aanbevelingen op welke wijze in digitale technologie te investeren zodat de vraag naar arbeid afneemt.