- Home
- A-Z Publications
- Nederlandse Taalkunde
- Previous Issues
- Volume 17, Issue 3, 2012
Nederlandse Taalkunde - Volume 17, Issue 3, 2012
Volume 17, Issue 3, 2012
-
-
Ditransitieve constructies in het Nederlands: semasiologische en onomasiologische kwesties
More LessThis paper presents a construction-based exploration of a number of formal and semantic issues surrounding the Dutch double object and prepositional dative constructions. The first part of the paper deals with the formal demarcation of these constructions vis-à-vis other three-place argument structure constructions. The second part discusses diachronic shifts and synchronic variation in the constructional semantics of the double object pattern, the third part briefly looks into the semantic relation between the double object construction and the prepositional dative. The overall aim of the paper is to give a general impression of the way such issues are dealt with in construction grammar.
-
-
-
Ditransitieven en het nut van hiërarchische structuur en derivatie
More LessCalling into question the usefulness of linearly oriented constructional templates, this paper presents a variety of arguments for the significance of syntactic hierarchical structure and, in particular, the concept of ‘small clause’ in the analysis of ditransitive constructions, and underscores the role of a derivational relationship between the two members of the dative alternation (V-NP-PP and V-NP-NP). The double object construction is compared in detail to a superficially very similar V-NP-NP construction in which the second NP is the predicate of the first. The behaviour of verb-particle constructions plays a central role in the discussion, which is broadly based on Den Dikken (1995). The paper closes with some broader remarks about the efficacy of a constructional approach to resultative constructions in general.
-
-
-
Wat het Nederlands ons nog meer kan leren over de Jespersencyclus
More LessIn zijn bijdrage Wat het Nederlands ons kan leren over de Jespersencyclus (dit nummer) stelt Johan van der Auwera (i) dat de zgn. Jespersencyclus niet moet worden beschouwd als een gevolg van verzwakking van bepaalde negatiepartikels; (ii) dat de vaak aanwezig veronderstelde relatie tussen de Jespersencyclus en de positie van de negatieve markeerder niet universeel geldig is; en (iii) dat de diachrone ontwikkelingen op het gebied van de uitdrukking van zinsnegatie niet altijd cyclisch zijn. In deze bijdrage wil ik op elk van deze drie punten reageren en beargumenteren dat de gepresenteerde negatiefeiten veel dichter bij Jespersens oorspronkelijke voorstellen staan dan Van der Auwera hier betoogt.
-
Most Read This Month
Most Cited Most Cited RSS feed
-
-
Goed of fout
Authors: Hans Bennis & Frans Hinskens
-
- More Less