Full text loading...
Volgens de SER en Europese sociale partners is het belangrijk collectieve afspraken te maken over verantwoord gebruik van AI en algoritmisch management (AM) en over de gevolgen ervan voor werknemers en hun werk. Vanuit deze veronderstelling brengt dit artikel AI/AM-gerelateerde cao-afspraken in kaart, op basis van cao-onderzoek en interviews met caoonderhandelaars in Nederland. Daarbij komen ook bredere cao-afspraken aan bod die gemaakt zijn in het kader van technologische ontwikkelingen. Dit zijn afspraken over 1) het gebruik van digitale tools (vaak gestuurd door algoritmes) voor de beoordeling van medewerkers; 2) bij-, her- of omscholing in geval van werkgelegenheidsverlies en -verandering; en 3) informatie- en consultatierechten in het kader van technologische innovatie. In 2024 en begin 2025 zijn de eerste cao’s in de creatieve en financiële sector afgesloten die toepassing en gebruik van AI expliciet benoemen, met onderwerpen variërend van het monitoren van ontwikkelingen, bescherming van auteursrecht en kwantitatieve en kwalitatieve werkgelegenheidseffecten van AI. De regulering van AI/AM krijgt echter ook vorm via andere geïnstitutionaliseerde collectieve instrumenten, buiten het cao-domein om. Vooral de Arbo-catalogus en afspraken met ondernemingsraden bieden complementaire mogelijkheden ter collectieve regulering van AI/AM in het werk. Onze conclusie is dat AI/AM-regulering via cao-afspraken een domein in ontwikkeling is.