- Home
- A-Z Publications
- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
- Previous Issues
- Volume 24, Issue 1, 2008
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken - Volume 24, Issue 1, 2008
Volume 24, Issue 1, 2008
-
-
Trefzeker terugkijken
More LessZoals het jaarlijks tegen eind december goed gebruik is om terug te kijken op het voorbije jaar, zo wil ik in dit redactioneel terugblikken op de voorbije periode waarin TvA werd uitgegeven bij Elsevier. Vanaf dit nummer wordt TvA uitgegeven door Uitgeverij LEMMA, onderdeel van Boom uitgevers Den Haag. Daarmee beginnen we aan een nieuw tijdperk en is een terugblik op zijn plaats.
-
-
-
Winnaars en verliezers op de arbeidsmarkt 2000-2005
Authors: Andries de Grip & Sander DijksmanWinners and losers on the labour market 2000-2005: Reorganization in the recessionWinners and losers on the labour market 2000-2005: Reorganization in the recession
In this paper, we discuss the shifts in the occupational structure of employment in the Dutch economy between 2000 and 2005. These years can be characterized as a recession period with a severe decrease of employment in several occupations. Among these 'occupational losers' are several management occupations, which were the booming occupations in the previous decades. This reflects the flattening of organizations during the recession years at the beginning of the 21st century. However, other occupations highly benefited from these reorganizations. This particularly holds for organization experts. A shift-share analysis shows that between 2000 and 2005 the increase in the average level of education of the working population was much higher than in the second half of the 1990s. This is due to a strong increase of the substitution effect within occupations. Higher-skilled workers benefited most from the upgrading of skill demands. This upgrading was particularly high in agricultural, technical, economic-administrative and health care occupations.
-
-
-
De 'Nieuwe Werknemer': oude wijn in nieuwe zakken of toch niet?
By Erik de GierDe Nieuwe Werknemer staat momenteel volop in de belangstelling. In mijn Nijmeegse oratie vorig voorjaar over de komst van de activerende participatiemaatschappij besteedde ik enige aandacht aan dit fenomeen (De Gier, 2007). Ik duidde de nieuwe werknemer daar aan als behorend tot de zogenoemde 'Generatie Y', bestaande uit vooral jongere werknemers onder de 28 jaar die het leven steeds vaker verdelen in min of meer van elkaar gescheiden 'bits', zoals werk, ouderschap, reizen en andere zaken. Deze Generatie Y is uitermate gevoelig voor een evenwichtige balans tussen workstyle en lifestyle en hecht in dit kader grote waarde aan flexibiliteit (flexibele arbeidstijden en de mogelijkheid om van huis uit te werken), vrijheid, verantwoordelijkheid en uitdaging. Meer dan de traditionele groepen werknemers sluit de Generatie Y daardoor beter aan bij de activerende participatiemaatschappij, die veel meer dan de daaraan in de tijd voorafgaande verzorgingsstaat is gebaseerd op productiviteit, individuele verdienste en werkprestatie.
-
-
-
Arbeidsmarktintrede en vroege beroepsloopbaan van schoolverlaters in Nederland, 1986-2002
More LessDe crisis in de wereldeconomie van de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft het ideaal van volledige werkgelegenheid doen verdwijnen. Hoge werkloosheid en inactiviteit hebben ertoe geleid dat arbeidsorganisaties vroegen en vragen om een flexibele arbeidsmarkt (Córdova, 1986). Als gevolg daarvan is de standaard van life-time employment, een levenslange baan bij dezelfde werkgever, aan erosie onderhevig geraakt en zijn verschillende vormen van flexibele arbeid (zoals tijdelijke aanstellingen) opgekomen (Kalleberg, 2000). Daarnaast heeft de globalisering bijgedragen aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt in moderne, (post)industriële samenlevingen (Castells, 2000). Zowel door de verspreiding van informatietechnologie als door reorganisaties op de werkplek is de vraag naar arbeid steeds meer verschoven van laag- naar hooggeschoold werk. Met name in Europa, waar arbeidsmarkten een stuk meer rigide zijn in vergelijking met bijvoorbeeld de Verenigde Staten, is dit proces van skills upgrading 'opgelost' door hoge werkloosheid en de toewijzing van een toenemend aantal werknemers in tijdelijke arbeidscontracten (DiPrete, 2005).
-
-
-
Trends in de arbeidsmarktpositie van laagopgeleiden
More LessTrends in the labour market position of lower educated peopleTrends in the labour market position of lower educated people
When scholars study the labour market position of educational categories, one generally looks at the (relative) odds of unemployment versus employment. In the Netherlands there is no structural deterioration of the labour market position of the lower educated. This article builds on earlier research by, firstly, making a further subdivision in unemployment, disability, and working in one's household, and secondly, by looking at trends for males, females, age groups, and ethnic groups specifically. For some groups there seems to be a structural relative deterioration of the labour market position of lower educated individuals. For lower educated women of age 35 to 44, for instance, the odds of working in one's household declined less steeply than for higher educated women of age 35 to 44. In sum, general trends for the total group of lower educated people do not give rise to excessive concern, but further subdivisions do show some more specific changes in relative differences between the lower and the higher educated.
-
-
-
Ontslagrecht: geen sluitstuk maar puzzelstuk
More LessDe redactie van het SER-bulletin constateerde in het januarinummer dat 2007 een slecht jaar was voor de Nederlandse arbeidsverhoudingen. Ik ben het daar volledig mee eens. De discussie over het ontslagrecht is in alle opzichten een jammerlijke discussie gebleken. Niet alleen is er niets bereikt, ondanks het feit dat er een brede consensus bestaat over de tekortkomingen en onrechtvaardigheden van het huidige ontslagstelsel, maar de discussie is ook nog eens contraproductief gebleken. Het vertrouwen in de arbeidsverhoudingen en in de relatie tussen sociale partners en overheid heeft opnieuw een deuk opgelopen. Het is nu al een aantal jaren tobben geblazen.
-
-
-
Arbeidsmarktbeleid: De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten
By Arjen EdzesThe labour market politics of municipalitiesThe labour market politics of municipalities
The new Work and Social Assistance Act incites municipalities to execute social assistance more efficiently. This article discusses the implications of this new system of financing for the labour market politics of municipalities. Budgeting financial means of social assistance and reintegration offers a solution to agency problems involved with the realization of these policies. However, this creates a larger problem in the sense that municipalities are confronted with a policy issue to which they have no simple solution: influencing regional (un)employment. This article addresses ways in which municipalities may cope with this dilemma and the emphases they have thus far placed on various related issues. At the moment an internal orientation, concern with work processes, seems to overshadow an external orientation, concerned with the regional labour market.
-
-
-
'Wie goed doet, goed ontmoet': goed werkgeverschap als voorspeller van goed werknemerschap?
Authors: Rien Huiskamp, Karolus Kraan & Guurtje van SlotenGood employership as predictor of good employeeship?Good employership as predictor of good employeeship?
Partnership of employer and employee attracts a good deal of attention as they may provide the anchors of modern industrial relations. TNO has carried out a survey on 'Good Employership and Good Employeeship' as a part of a long term research programme. In the survey a questionnaire was distributed among 448 dyads of employees and supervisors in around the same number of companies with 50 or more personnel. We selected the supervisor as the other half of the couple as it is he who represents the employer on the shop floor and has a direct face to face relation with the employee. We asked the supervisor about the partnership behaviour of the employee and the employee about the partnership behaviour of the supervisor. In this way self report was avoided. We distinguished 7 dimensions of partnership behaviour of the supervisor, among them supportive leadership, paying attention to the work-life balance of his employee and stimulating his employability. We distinguished 5 dimensions of partnership behaviour of employees, among them the innovative work behaviour, extra role behaviour and controlling ones own work-life balance. A supervisor displays more partnership behaviour if he has trust in his employee and when the employee in his team is difficult to replace. For the employee trust in the employer does not come into it, an employee displays more partnership behaviour for altruistic reasons. We also found that partnership behaviour of the supervisor is a predictor for partnership behaviour of the employee and not the other way around. Also good employership relates to a higher contribution of the employee to the teams' productivity and to a better health of the employee.
-
-
-
De maatschappelijke baten van re-integratie doorgelicht
Authors: Nicole Bosch & Pierre KoningRecent bracht het ministerie van SZW de Beleidsdoorlichting Artikel 23 uit (SZW, 2008). Achter deze verhullende titel schuilt een boeiend rapport over het onderzoek naar het Nederlandse re-integratiebeleid. Veel explicieter dan voorheen maakt de doorlichting melding van de vaak teleurstellende effecten van trajecten voor scholing en bemiddeling – iets waar eerder in TvA aandacht aan is besteed. Maar nog opvallender dan dat: de doorlichting probeert de maatschappelijke kosten en baten (MKBA) van re-integratie in beeld te krijgen. Re-integratie mag zichzelf namelijk dan wel niet terugverdienen door uitkeringsbesparingen en hogere belastingopbrengsten, maar de baten kunnen breder zijn dan dat. Te denken valt dan aan hogere inkomens voor cliënten die aan de slag komen, een lagere criminaliteit en minder overlast. In de beleidsdoorlichting gaat daarom veel aandacht uit naar de meest recente en uitvoerige MKBA van re-integratie uitgevoerd door SEO (2006). Bovendien heeft SZW het Centraal Planbureau verzocht om een second opinion uit te voeren op dit onderzoek (CPB, 2007).
-
-
-
Wie kan en wil doorwerken tot 65-jarige leeftijd?
Authors: Karin Jettinghoff & Peter G.W. SmuldersWho can and wants to work till retirement age?Who can and wants to work till retirement age?
In a representative sample of more than 23.000 employees we explored to what extent work characteristics, personal characteristics, the home situation and health predict if employees (1) are able to continue working in their current job till the retirement age (65 years), and (2) are willing to do so. The results of the secondary analyses, which were conducted for employees in the age of 20 till 60 years old, showed that the main predictors for the ability to work until retirement are favourable working conditions (low job demands and physical demands, high autonomy and opportunities to grow) and good health. In addition, it turns out that that especially employees who were able to work until retirement age and single employees were willing to work until retirement. The role of working conditions is limited.
-
-
-
Globalisering en voortschrijdend inzicht
By Kees VosOvername en overplaatsing, voor het bedrijfsleven misschien wel de meest markante gevolgen van globalisering. Een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven is in buitenlandse handen. Buitenlandse investeerders bezitten 75% van de aandelen in Nederlandse beursfondsen. Onze onvolprezen HEMA-worst is Brits, Olvarit wordt Frans en ABN AMRO is inmiddels ook in vreemde handen overgegaan. Ruim 25% van de werknemers in onze industrie is in dienst van een buitenlandse werkgever. Elders in Europa is dat niet veel anders. In Hongarije bijvoorbeeld is 77% van de aandelen in buitenlands bezit. In België is dat 53%, terwijl daar een derde van de industriewerknemers een buitenlandse baas heeft. Voor Ierland geldt dat laatste zelfs voor bijna de helft van de werkenden. Daarnaast worden bedrijven op grote schaal overgeplaatst. Ongeveer 25% van de Europese bedrijven heeft activiteiten ge-offshored. Multinationals, waaronder diverse van Nederlandse origine, investeren volop in de Indiase en Chinese groeimarkten. Oók wanneer het gaat om activiteiten op R&D-gebied. Hoe schadelijk is deze uitverkoop?
-
Volumes & issues
-
Volume 40 (2024)
-
Volume 39 (2023)
-
Volume 38 (2022)
-
Volume 37 (2021)
-
Volume 36 (2020)
-
Volume 35 (2019)
-
Volume 34 (2018)
-
Volume 33 (2017)
-
Volume 32 (2016)
-
Volume 31 (2015)
-
Volume 30 (2014)
-
Volume 29 (2013)
-
Volume 28 (2012)
-
Volume 27 (2011)
-
Volume 26 (2010)
-
Volume 25 (2009)
-
Volume 24 (2008)
-
Volume 23 (2007)
-
Volume 22 (2006)
-
Volume 21 (2005)
Most Read This Month
