- Home
- A-Z Publications
- Pedagogiek
- Previous Issues
- Volume 31, Issue 1, 2011
Pedagogiek - Volume 31, Issue 1, 2011
Volume 31, Issue 1, 2011
-
-
Verschillen tussen vaders en moeders in de relatie tussen opvoedingsgedrag en sociale angst van hun kinderen
Authors: Mirjana Majdandžić, Eline Möller, Susan Bögels & Dymph Van den BoomSamenvattingIn dit longitudinale observatieonderzoek werden twee onderzoeksvragen onderzocht. Ten eerste werden verschillen in opvoedingsgedrag tussen vaders en moeders bekeken. Vaders en moeders werden (elk apart) met hun twee kinderen van ongeveer 2 en 4 jaar oud geobserveerd in drie gestructureerde situaties: een puzzeltaak en twee speltaken. Er werden drie opvoedingsdimensies gescoord: overbetrokkenheid, afwijzing en uitdaging. Vaders daagden hun jongste kind gemiddeld meer uit dan moeders, en moeders waren meer overbetrokken dan vaders. Naar het oudste kind verschilden vaders en moeders niet significant van elkaar op deze twee dimensies. Afwijzing bleek niet bruikbaar.
De tweede onderzoeksvraag was of er een verschil was tussen vaders en moeders in de invloed van opvoedingsgedrag op sociale angst van het kind. Sociale angst werd op twee momenten gemeten door de reactie van de kinderen op een onbekende man te observeren. Uit regressieanalyses bleek dat voor het oudste kind eerdere sociale angst en overbetrokkenheid van beide ouders latere sociale angst niet voorspelden. Uitdaging door de moeder voorspelde wel meer latere sociale angst, terwijl uitdaging door de vader minder latere sociale angst voorspelde. Voor het jongste kind bleek opvoedingsgedrag van vaders en moeders geen voorspeller voor latere sociale angst, maar eerdere sociale angst voorspelde wel, op trend-niveau, latere sociale angst, in beide oudermodellen. De uitkomsten suggereren dat vaders en moeders mogelijk een andere rol vervullen in de ontwikkeling, of in het voorkómen, van angst bij hun kinderen, en dat de rol van vaders specifieke aandacht vereist.
-
-
-
Vaders en voorlezen
More LessSamenvattingIn de afgelopen decennia is het wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van vaders op de ontwikkeling van kinderen toegenomen. Vaders spelen een belangrijke rol in het leven van kinderen (Amato & Sobolewski, 2004; Lamb, 1997; Marsiglio, 1995).
Het is bekend dat voorlezen een positief effect kan hebben op de taal- en geletterdheidontwikkeling van jonge kinderen (bv., Bus, van Ijzendoorn & Pellegrini, 1995; Fletcher & Reese, 2005). Onderzoek naar voorlezen richt zich echter voornamelijk op moeders en er is weinig bekend over vaders en voorlezen. Dit onderzoek richtte zich op voorlezen door ongeveer 800 vaders en moeders met jonge kinderen in lage-inkomens gezinnen in de Verenigde Staten. Vaders en moeders werden gevraagd naar hun voorleesfrequentie. Van de moeders gaf bijna 60% aan dat ze dagelijks voorlazen toen hun kind twee en drie jaar was. Van de ondervraagde vaders las bijna een kwart dagelijks voor, en rond de 30% wekelijks. Kinderen wiens vaders regelmatig voorlazen toen ze twee en drie jaar waren hadden betere cognitieve- en taalvaardigheden op 3-jarige leeftijd. Vaders die vaak voorlazen hadden ook kinderen met betere boekkennis en boekbegrip op 5-jarige leefijd vergeleken met vaders die minder vaak voorlazen. Het opleidingsniveau van de ouder, de thuistaal en het geslacht van het kind speelde ook een belangrijke rol bij het effect van voorlezen op de ontwikkeling van kinderen. Voorlezen door moeders had voornamelijk een effect op de cognitieve- en taalvaardigheden en boekbegrip van kinderen op 3-jarige leeftijd. Er was geen significant effect op de boekkennis van kinderen (op 2- en 3-jarige leeftijd).
-
-
-
‘Vaderschap is geen playstation’
Authors: Marjolein Distelbrink & Susan KetnerSamenvattingIn de helft van de Surinaamse en Antilliaanse gezinnen in Nederland ontbreekt een vader. Dit artikel bespreekt de achtergronden en mogelijke effecten daarvan en de manier waarop vaders uit deze groepen zelf tegen hun rol als vader en het grote aantal afwezige vaders aankijken. Daarbij ligt het accent op Afro-Surinaamse vaders. Een belangrijke vraag die in het artikel wordt behandeld is hoe vaderschap in Afro-Caribische kring te versterken. Enkele recent gestarte initiatieven rond versterking van vaderschap in Amsterdam worden daartoe kort uitgelicht.
-
-
-
Kinderen in stiefvadergezinnen: relaties met vaders en stiefvaders
Authors: Esther M. Hakvoort, Henny M.W. Bos, Frank van Balen & Jo M.A. HermannsSamenvattingKinderen die opgroeien in een stiefvadergezin hebben doorgaans zowel een uitwonende vader, als een stiefvader. In deze studie zijn de relaties die kinderen hebben met beide vaderfiguren nader bekeken en is de samenhang met het welbevinden van kinderen onderzocht. In totaal hebben 37 kinderen (8 - 12 jaar) uit een stiefvadergezin meegewerkt aan het onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat jongens de relatie met hun uitwonende vader gemiddeld als warmer ervaren dan de relatie met hun stiefvader. Voor meisjes werden geen verschillen gevonden. De kwaliteit van de relaties met beide vaderfiguren hangt voor zowel jongens als meisjes positief met elkaar samen. Ten slotte blijkt dat de sociale competentie van jongens samenhangt met de relatie met de uitwonende vader, terwijl voor meisjes juist de relatie met de inwonende stiefvader van belang is voor hun zelfvertrouwen. Opvallend genoeg blijken beide relaties niet samen te hangen met probleemgedrag van kinderen.
-
-
-
Homoseksuele mannen die na hun coming-out vader zijn geworden
Authors: Henny M.W. Bos & Floor B. Van RooijSamenvattingIn deze studie werd onderzocht of er verschillen zijn tussen homovader gezinnen (n=36) and heteroseksuele gezinnen (n=36) met betrekking tot de vader-kind relatie, ervaringen van ouderlijke stress door vaders en met betrekking tot het welzijn van hun kinderen. De homovaders in deze studie zijn allemaal vader geworden tijdens hun homoseksuele relatie. Zij doneerden sperma aan lesbische paren en delen samen met deze lesbische paren de zorg en opvoeding van het kind. Binnen de homovadergroep is ook gekeken naar de relaties tussen homovader specifieke aspecten (o.a., ervaringen met afwijzing, het moeten verdedigen van hun gezinssituatie en conflicten met de moeders van de kinderen) en de vader-kind relatie, ervaringen van ouderlijke stress en het welzijn van de kinderen. De data werd bij de vaders verzameld met behulp van vragenlijsten. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de typen gezinnen met betrekking tot emotionele betrokkenheid en ouderlijke bezorgdheid (vader-kind relatie), ouderlijke last (als onderdeel van ouderlijke stress), of het welzijn van het kind. Homo vaders voelden zich echter wel minder competent in hun opvoedersrol dan heteroseksuele vaders. Voor homoseksuele vaders bestond er verder een significant verband tussen hun ervaringen met afwijzing en het gevoel hun opvoedsituatie te moeten verdedigen enerzijds en de vader-kind relatie, ouderlijke stress en het welzijn van hun kinderen anderzijds.
-