- Home
- A-Z Publicaties
- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
- Huidige nummer
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken - Current Issue
Volume 41, Issue 3, 2025
- Redactioneel
-
- Artikel
-
-
-
Een ander perspectief op arbeidsmarktkrapte
Meer MinderAuteur: Paul de BeerSamenvattingDit artikel analyseert de achtergronden van de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de te verwachten personeelstekorten in de toekomst. De huidige arbeidsmarktkrapte blijkt niet te worden veroorzaakt door de vergrijzing (uittreding van ouderen), maar doordat zoveel werknemers jaarlijks van baan veranderen. Op langere termijn zal de beroepsbevolking niet gaan krimpen als rekening wordt gehouden met de geplande stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd. Wel zal de beroepsbevolking tot 2040 slechts licht groeien. Of hierdoor structurele personeelstekorten zullen ontstaan, hangt af van de, zeer onzekere, toekomstige vraag naar arbeid. Om verschillende redenen is het niet waarschijnlijk dat de vraag naar arbeid in de toekomst net zo sterk zal groeien als in het recente verleden. Door een sterkere stijging van de arbeidsproductiviteit en een lagere economische groei – onder meer door minder te produceren voor de export – kan het welvaartsniveau op peil blijven zonder dat de werkgelegenheid groeit. Of de arbeidsmarkt structureel krap zal blijven, hangt in belangrijke mate af van beleidskeuzes.
-
-
- Column
-
- Artikel
-
-
-
Beroepsoverstappen op basis van vaardigheden: een oplossing voor arbeidsmarktkrapte?
Meer MinderAuteurs: Luc Cobben, Nico Pestel, Jessie Bakens & Didier FouargeSamenvattingDit artikel onderzoekt de rol van vaardigheden bij het overstappen tussen beroepen op de Nederlandse arbeidsmarkt, met als doel te bepalen in hoeverre werkenden met een alternatieve beroepsachtergrond kunnen bijdragen aan het oplossen van knelpunten in de personeelsvoorziening in specifieke beroepen. Voor leerkrachten basisonderwijs, een beroep met toenemende knelpunten, zijn alternatieven bijvoorbeeld onderwijskundigen en overige docenten en specialisten personeels- en loopbaanontwikkeling; de werkenden met dit beroep kunnen mogelijk, als extra aanbod, fricties bij leerkrachten basisonderwijs verlichten. We bepalen de vaardigheden per beroep op basis van O*NET-data en berekenen hiermee de euclidische afstand tussen beroepen qua vaardigheden: de vaardigheidsafstand. We bekijken de rol van deze afstand bij beroepswissels van werkenden in de laatste twintig jaar met behulp van schatters van de kerndichtheid. Vervolgens bekijken we welke alternatieve beroepen de problemen bij beroepen met voorspelde arbeidsmarktknelpunten mogelijk kunnen verlichten. De resultaten tonen aan dat werkenden vaker overstappen naar beroepen met een kleinere vaardigheidsafstand, wat aangeeft dat vaardigheden een belangrijke rol spelen bij beroepswissels. Daarnaast duiden we met behulp van de vaardigheidsafstand en informatie uit arbeidsmarktprognoses een aantal beroepen dat potentieel extra aanbod vormt voor verwachte knelpunten in specifieke beroepsgroepen. De bevindingen tonen aan welke beroepswissels mogelijkheden bieden om arbeidsmarktkrapte te verlichten.
-
-
-
-
Kan technologie bijdragen aan het verminderen van personeelskrapte?
Meer MinderAuteurs: Jessie Koen, Henk-Jan Dirven & Ellemarijn de GeitSamenvattingDe Nederlandse arbeidsmarkt kampt met personeelskrapte, een probleem dat zowel de economie als de samenleving onder druk zet. Nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, robotica en augmented reality, worden vaak genoemd als oplossingen om deze krapte te verminderen. In dit onderzoek verkennen we hoe werknemerservaringen met technologie (belemmeringstaxatie) en werkkenmerken zoals autonomie en taakidentiteit (goed werkontwerp) bijdragen aan innovatie-, leer- en loopbaaninitiatieven – cruciale factoren voor een succesvolle adoptie van technologie. Analyses van data uit drie datasets (de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA), de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), en een herbenadering van de NEA) laten zien dat negatieve ervaringen met technologie, zoals het gevoel dat technologie het werk belemmert, werknemers kunnen remmen in het nemen van innovatie-, leer-, en loopbaaninitiatief. Dit effect verschilt tussen arbeidsbesparende technologieën (bijvoorbeeld robotisering) en arbeidsondersteunende technologieën (zoals wearables). Tegelijkertijd blijkt dat positieve werkkenmerken, zoals autonomie en feedback uit het werk, werknemers stimuleren en de negatieve samenhang tussen belemmeringstaxatie en het nemen van initiatief kunnen afzwakken. Het onderzoek suggereert dat (het waarborgen van) goed werkontwerp van belang is om de potentie van technologische innovatie voor het verminderen van personeelskrapte te optimaliseren.
-
- CBS-Bericht
-
-
-
Kenmerken van beroepswisselaars
Meer MinderAuteur: Paul BokernSamenvattingIn een krappe arbeidsmarkt en wanneer het economisch goed gaat wisselen over het algemeen meer mensen van baan of beroep. Dit artikel beschrijft de beroepenmobiliteit in Nederland tussen 2013 en 2024 en de kenmerken van beroepswisselaars. In 2024 wisselden gemiddeld per kwartaal 471.000 werkenden van beroep, ofwel 5,0 procent van alle werkenden van 15 tot 75 jaar. Ten opzichte van de twee jaar daarvoor wisselden in 2024 iets minder werkenden van beroep. De beroepenmobiliteit was het hoogst onder jongeren van 15 tot 25 jaar en in de beroepsklasse transport en logistiek. In de beroepsklassen ICT en zorg, en onder 45- tot 75-jarigen was de beroepenmobiliteit juist relatief laag. Van alle beroepswisselaars in 2024 wisselde 24,5 procent naar een beroep met minder complexe taken en 34,7 procent naar een beroep met meer complexe taken.
-
-
- Artikel
-
-
-
Meer uren werken als oplossing tegen arbeidsmarktkrapte
Meer MinderAuteurs: Anne van der Put & Tanja van der LippeSamenvattingHet uitbreiden van het aantal gewerkte uren, met name van deeltijders, wordt vaak genoemd als mogelijke oplossing tegen arbeidsmarktkrapte in Nederland. We weten echter nog weinig over wat ertoe bijdraagt dat iemand ook meer gaat werken. Daarom beantwoorden we in deze bijdrage de volgende vraag: wie zijn de afgelopen twaalf maanden meer uren gaan werken, en welke rol spelen de thuissituatie en de organisatie waar iemand werkt daarbij? Dit doen we met de derde wave van het onderzoek ‘Duurzaam Arbeidspotentieel’, met gegevens over 1.504 medewerkers in 44 organisaties uit 2024. De resultaten van de multilevel logistische regressie laten zien dat vooral de werkcontext van belang is: medewerkers in de zorg en het onderwijs, en met veel deeltijders in dienst, zijn het afgelopen jaar vaker meer uren gaan werken. Oudere medewerkers hebben juist minder vaak hun uren uitgebreid, en werknemers met een goede gezondheid juist weer wel. De resultaten laten zien dat om te realiseren dat er meer uren gewerkt gaat worden, alleen inzetten op motivatie onvoldoende is maar dat ook de werkcontext ondersteunend moet zijn.
-
-
-
-
Instroom, uitval en werkomstandigheden van jonge verpleegkundigen in Nederland
Meer MinderAuteurs: Bas ter Weel, Jellien Knol & Tamara DoeveSamenvattingIn het maatschappelijke debat is een beeld ontstaan dat jonge verpleegkundigen er relatief snel de brui aan geven. Dit onderzoek brengt stromen in en uit de zorgsector van jonge verpleegkundigen in kaart in de periode 2010-2021 en vergelijkt deze met die van jonge leerkrachten die de pabo hebben afgerond. 31.300 verpleegkundigen die zijn afgestudeerd in de periode 2010-2016 zijn de eerste vijf jaren van hun arbeidsmarktcarrière gevolgd. Ruim 90 procent gaat na afstuderen aan de slag als zorgwerknemer. 80 procentpunt van deze groep is altijd werkzaam als werknemer in de zorg. Verpleegkundigen zijn vooral werkzaam in ziekenhuizen, verpleeghuizen en verzorgingshuizen en in de thuiszorg. Jonge werknemers die in de zorg blijven werken ervaren vaker werkdruk en agressie en weinig autonomie. Tegelijkertijd zijn ze tevreden over doorgroeimogelijkheden en betrokken bij het werk. De blijfkansen van werknemers in de zorg worden niet negatief beïnvloed door minder autonomie en een hoge werkdruk.
-
-
-
Het lerarentekort: ongekende ambities en stapeldruk in het voortgezet onderwijs
Meer MinderAuteurs: Marc van der Meer, Jan van de Poll & Evelien KetelaarSamenvattingHet lerarentekort in Nederland is een meervoudig probleem, dat gekenmerkt wordt door niet-gerealiseerde ambities en stapeldruk. De teleurstellingen komen voort uit de dagelijkse realiteit in de klas en de beperkte carrièreperspectieven van leraren. Toch hebben leraren veel ambities om oplossingen te vinden voor de uitdagingen in hun werk. Onderzoek in drie surveys onder in totaal 2.913 leraren van 72 scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland leidt tot drie belangrijke inzichten. Er is ten eerste beperkte wendbaarheid buiten de klas: leraren reageren goed op de behoeften van hun leerlingen, maar buiten de klas zijn ze minder flexibel. Er is weinig kennisdeling en leraren leren onvoldoende van elkaar. Ten tweede worden generatieverschillen niet goed benut. Nieuwe leraren zouden energie moeten brengen, maar in de praktijk is er sprake van een energielek. Op korte termijn moeten nieuwe docenten overleven, op langere termijn ontbreekt het aan een loopbaanperspectief. Ten derde zijn er uitdagingen in het leiderschap: leidinggevenden hebben vaak hogere ambities en meer prioriteiten dan leraren, wat het moeilijk maakt om gericht verbeteringen door te voeren. De oplossing ligt in het operationaliseren en ontwikkelen van de professionele normen van wendbaar vakmanschap, gebaseerd op systematisch verzamelde gegevens van de werkvloer.
-
Volumes & issues
-
Volume 41 (2025)
-
Volume 40 (2024)
-
Volume 39 (2023)
-
Volume 38 (2022)
-
Volume 37 (2021)
-
Volume 36 (2020)
-
Volume 35 (2019)
-
Volume 34 (2018)
-
Volume 33 (2017)
-
Volume 32 (2016)
-
Volume 31 (2015)
-
Volume 30 (2014)
-
Volume 29 (2013)
-
Volume 28 (2012)
-
Volume 27 (2011)
-
Volume 26 (2010)
-
Volume 25 (2009)
-
Volume 24 (2008)
-
Volume 23 (2007)
-
Volume 22 (2006)
-
Volume 21 (2005)
Most Read This Month Most Read RSS feed