-
OAOpvattingen over beperkingen in de Koerdische Autonome Regio (KAR): Het perspectief van belanghebbenden
- Amsterdam University Press
- Source: Pedagogiek, Volume 45, Issue 1, mei 2025, p. 4 - 34
-
- 01 mei 2025
Samenvatting
De Koerdische Autonome Regio (KAR) in Irak staat voor aanzienlijke uitdagingen wat de implementatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap betreft. Voor effectief beleid is inzicht in opvattingen over handicaps, vooral onder belangrijke betrokkenen, essentieel. In dit onderzoek zijn interviews gehouden met twaalf volwassenen uit verschillende sectoren die direct of indirect betrokken zijn bij personen met een beperking. Op macroniveau betrof dit drie beleidsmedewerkers betrokken bij het onderwijsbeleid en op mesoniveau een middelbare school docent, twee universitair docenten en een onderwijsinspecteur. Op microniveau werden twee volwassenen met een beperking en drie ouders van kinderen met een beperking als ervaringsdeskundigen geïnterviewd. De acht fundamentele principes uit Artikel 3 van het VN-verdrag vormden de basis van het onderzoek. Het theoretisch kader richtte zich op de (historische) verschuiving van perspectieven op beperkingen: van het moreel-religieus model via het medisch model naar het sociaal model. Het moreel-religieus model ziet beperkingen als straf van God, terwijl het medisch model deze beschouwt als een aandoening die behandeld moet worden. Het sociaal model stelt dat de samenleving onvoldoende erkenning geeft aan de rechten van personen met een beperking, waardoor zij niet volwaardig kunnen deelnemen. Uit de interviews bleek dat bijna alle respondenten het medisch perspectief hanteerden, met uitzondering van één ervaringsdeskundige, die het sociale perspectief vertegenwoordigde. Opvallend was dat vrijwel geen van de respondenten bekend was met de precieze inhoud van het VN-verdrag. Desondanks kunnen we uit de interviews enige bewustwording detecteren, wat hoopvol is voor de toekomst van personen met een beperking in de KAR.